Nieuwsoverzicht

08-04-2023

Bij de elfde Klassieke Olympiade Grieks, in het schooljaar 2022-2023, stond Aristophanes’ komedie De Wolken op het programma. In dit werk, geschreven aan het einde van de vijfde eeuw, tijdens de Peloponnesische Oorlog, wordt de spot gedreven met Socrates, die model staat voor de filosofen en sofisten in het algemeen. Aristophanes doet er niet zijn best voor om een historisch betrouwbaar beeld van Socrates neer te zetten. Aan de figuur Socrates worden eigenschappen van allerlei filosofen toegekend, waarvan sommige zeker geen betrekking hebben op de historische Socrates.

De plot van het stuk is als volgt. Strepsiades ligt ‘s nachts te woelen, gekweld door de zorgen over zijn schulden. Die schulden zijn het gevolg van de onverantwoorde uitgaven van zijn vrouw en van zijn zoon Pheidippides, die het houden van paarden als hobby heeft en daar veel te veel aan uitgeeft. Om zijn schuldeisers van zich af te schudden, besluit Strepsiades zich zelf als leerling aan te melden in de “denkfabriek” van Socrates. Daar hoopt hij de spitsvondige redeneringen te leren waarmee hij zijn schuldeisers kan afpoeieren. Als hij is aangenomen als leerling, verschijnen de Wolken, die door Socrates worden gepresenteerd als de beschermheiligen van de denkfabriek. Socrates wijdt Strepsiades in in de mysteriecultus van deze nieuwe godinnen. Socrates probeert Strepsiades van alles bij te brengen, maar al zijn pogingen lopen op niets uit. Strepsiades is gewoonweg te dom om Socrates’ onderwijs met succes te volgen. Op een gegeven moment wordt Socrates het zat en stuurt hij Strepsiades weg van zijn school. De Wolken adviseren Strepsiades dan om zijn zoon bij Socrates in de leer te laten gaan en Pheidippides gaat dan in de leer bij Socrates en blijkt een uitstekende leerling. Als Pheidippides zijn cursus heeft voltooid, komt zijn vader hem ophalen, vlak voordat de schuldeisers zich bij hem melden. Dankzij Pheidippides’ nieuw verworven redeneertrucs weet hij ze allemaal af te poeieren. Maar de pret is snel voorbij: Pheidippides en Strepsiades krijgen ruzie over het feest dat ze gaan vieren en de zoon geeft zijn vader een pak slaag. Dankzij de bij Socrates geleerde redeneertrucs kan hij zijn vader haarfijn uitleggen dat een zoon zijn vader mag slaan. Als hij dreigt ook zijn moeder een pak slaag te geven, wordt Strepsiades razend. Hij rent naar de denkfabriek en steekt die in brand. 

In de eerste ronde, waaraan verspreid over het hele land bijna 300 leerlingen deelnamen, moesten de deelnemers 21 vragen van grammaticale, inhoudelijke en cultuurhistorische aard beantwoorden over een passage uit Plato’s Verdedigingsrede van Socrates. In deze passage beschrijft Socrates hoe hij een slechte naam heeft gekregen bij het gewone volk in Athene, mede als gevolg van de manier waarop hij wordt afgebeeld in Aristophanes’ komedie De Wolken

Op grond van de door de docenten toegestuurde scores werden 56 leerlingen geselecteerd voor de tweede ronde. Hiervoor bestudeerden de deelnemers tevoren een passage van zo’n honderd regels, waarin wordt beschreven hoe de Wolken aan Socrates en Strepsiades verschijnen. In deze passage ziet Strepsiades hoe de wolken de gedaante kunnen aannemen van allerlei in het eigentijdse Athene bekende personen. Op 26 januari werd de tweede ronde gehouden, op het Spinozalyceum in Amsterdam. De deelnemers moesten 25 vragen en opdrachten maken over enkele passages uit het door hen bestudeerde pensum. Naast vragen over de grammaticale en literaire structuur van de tekst waren er ook vragen over de gang van zaken in het Griekse theater en over het voortleven van het Grieks in het hedendaagse Nederlands. Daarnaast hebben alle deelnemers een creatieve opdracht geschreven, waarbij ze de keuze hadden uit twee onderwerpen: een recensie schrijven over De Wolken of een sketch schrijven waarin ze, net als Strepsiades, bekende hedendaagse personen verbeelden door middel van wolkengedaanten. Hierbij hebben de deelnemers inspirerende en geïnspireerde werkstukken afgeleverd.

Op grond van de resultaten van de tweede ronde werden drie deelnemers geselecteerd voor de finaleronde. Deze vond plaats op zaterdag 25 maart 2023, in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden. De finalisten werden om de beurt mondeling aan de tand gevoeld door Arjan Nijk (postdoc-onderzoeker Grieks aan de Universiteit van Amsterdam) en Remco Regtuit (docent klassieke talen aan het Praedinius Gymnasium en universitair docent Grieks aan de Rijksuniversiteit Groningen). Hun rapport volgt hieronder.

Het finalepensum Grieks kwam dit jaar ook uit Aristophanes’ komedie De Wolken. Deze passage vormt ongeveer het eind van de komedie. Met behulp van wat zijn zoon geleerd heeft, weet Strepsiades zich zijn schuldeisers van het lijf te houden. Maar dan gaat het mis. Strepsiades en Pheidippides krijgen ruzie en Pheidippides slaat zijn vader. Als deze daarover klaagt, wordt hij door zijn zoon met de nodige slimme argumenten afgetroefd: een zoon heeft het recht om zijn vader te slaan. Strepsiades wordt dan zo boos op Sokrates die hij verantwoordelijk houdt, dat hij besluit de school van Sokrates in brand te steken. Het is een passage die veel aanknopingspunten biedt voor een gesprek: het thema van de passage zelf is interessant en er worden veel verwijzingen gemaakt naar eerdere passages in het stuk zelf.

Alledrie de kandidaten waren tot in de puntjes voorbereid en blonken uit in de manier waarop ze de te lezen tekstpassage in context konden plaatsen, deze vervolgens konden vertalen, en ook inhoudelijke vragen over de tekst (met betrekking tot bijvoorbeeld een zinspeling op Euripides’ Alcestis) konden beantwoorden. Daarnaast kregen de kandidaten een onvoorbereid stuk Grieks voorgelegd uit dezelfde komedie. Ook deze tekst wisten de kandidaten uitstekend in context te plaatsen.

Met zulke kandidaten is het moeilijk om een top 3 samen te stellen. Het gaat hierbij veelal om nuanceverschillen en de vraag hoe zwaar elk specifiek onderdeel gewogen dient te worden. Uiteindelijk is de omgang met de voorbereide tekst (precisie in het vertalen en het beantwoorden van vragen over de grammatica, het gemak waarmee inhoudelijke vragen werden beantwoord) doorslaggevend geweest.

Adinda van Delft (Erasmiaans Gymnasium, Rotterdam) onderscheidde zich door haar gevoel voor de Griekse taal. Zij ging het soepelst door de onvoorbereide tekst heen, en ook gaf ze blijk van groot talig inzicht met haar antwoorden op vragen over partikels. Ook op andere gebieden was haar prestatie uitstekend, maar enkele onvolkomenheden in het vertalen en beantwoorden van vragen over grammatica heeft de jury doen besluiten Adinda de derde prijs toe te kennen.

Mai Thy Nguyen (Lingecollege Lyceum, Tiel), winnares van vorig jaar, wist net als eerder een verpletterende indruk te maken met haar kennis van de culturele context van de komedie en de opgegeven passage in het bijzonder. Zo verwees zij in haar samenvatting van het stuk naar de Peloponnesische oorlog, en plaatste ze Pheidippides’ argumentatie aan de hand van dieren (‘die verweren zich ook tegen hun ouders’) in het toen levende filosofische nomos-phusis debat. Ook leverde Mai Thy een uitstekende vertaling van de opgegeven tekst; het was alleen de ongeziene vertaling die enige moeilijkheden opleverde. Al met al was het verschil met de uiteindelijke winnaar bijzonder klein.

Marije Reitsema (Lauwers College, Buitenpost) gaf van alle kandidaten blijk van het meeste gemak in haar omgang met de voorbereide tekst. Haar vertaling was buitengewoon vloeiend en haar antwoorden op vragen over grammatica en interpretatie waren vrijwel zonder aarzeling. De andere kandidaten blonken ieder uit op een specifiek terrein, maar Marijes prestatie was all-round van zo’n hoog niveau dat de jury besloot dat zij de eerste prijs verdiende.

Arjan Nijk (Universiteit van Amsterdam)
Remco Regtuit (Rijksuniversiteit Groningen)

Het organisatiecomité feliciteert de kandidaten van harte met het behaald resultaat en dankt de beide juryleden voor hun zeer gewaardeerde inzet en de wijze waarop zij wederom de finale vorm hebben gegeven.


08-04-2023

Winnaars Klassieke Olympiaden 2022-2023

Op zaterdag 24 maart 2023 vond in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden de finale plaats van de Klassieke Olympiaden. Voor elk van beide talen van de leerlingenwedstrijd waren er drie finalisten, die mondeling aan de tand werden gevoeld over hun kennis van de door hen bestudeerde Griekse en Latijnse teksten.

Voor Grieks hadden de drie kandidaten, Marije Reitsema (Lauwers College, Buitenpost), Mai Thy Nguyen (Lingecollege Lyceum, Tiel) en Adinda van Delft (Erasmiaans Gymnasium, Rotterdam), een passage bestudeerd uit Aristophanes’ komedie De Wolken. In dit stuk wordt Socrates belachelijk gemaakt. In de bestudeerde passage toont de door Socrates opgeleide Pheidippides met sofistische argumenten aan dat hij als zoon het recht heeft zijn vader en moeder te slaan. De juryleden, Remco Regtuit (Rijksuniversiteit Groningen) en Arjan Nijk (Universiteit van Amsterdam) betoonden zich zeer onder de indruk van de prestaties van de drie kandidaten. De onderlinge verschillen waren volgens hen miniem, maar omdat ze nu eenmaal een rangorde moesten bepalen, hebben ze Marije de eerste plaats toegekend, Mai Thy de tweede plaats en Adinda de derde plaats.

Voor Latijn hadden de drie finalisten, Marije Reitsema (Lauwers College, Buitenpost), Linde Sikkenga (Stedelijk Gymnasium Breda, Breda) en Naomi Babeliowsky (Cygnus Gymnasium, Amsterdam) zich gebogen over een satire van Horatius. In deze tekst staat het begrip tolerantie centraal: je moet terughoudend zijn in het bekritiseren van de mensen om je heen, en tegelijk moet je je bewust zijn van je eigen tekortkomingen. Ook bij Latijn toonden de juryleden, Lidewij van Gils (Universiteit van Amsterdam) en Christoph Pieper (Universiteit Leiden) zich zeer onder de indruk van wat de finalisten tijdens de ondervraging aan kennis en inzicht bleken te bezitten en ze zouden het liefst aan alle drie de kandidaten de eerste prijs hebben toegewezen. Na lang wikken en wegen hebben ze besloten de eerste prijs toe te kennen aan Marije, de tweede aan Linde en de derde aan Naomi.

Naast de wedstrijd voor leerlingen was er voor beide talen ook een vertaalwedstrijd voor volwassenen. Voor Grieks moesten de deelnemers enkele passages vertalen uit Theophrastus’ Karakterschetsen, voor Latijn een stuk uit een middeleeuws drama van een vrouwelijke auteur, Hrotsvitha, met de titel Dulcitius. Bij Grieks ging zowel de eerste prijs als de originaliteitsprijs naar Guido Kuiper, bij Latijn werd de eerste prijs toegekend aan Kerstin van Teggelen, en de tweede prijs aan Maryo van der Hilst.

De supporters van de kandidaten werden tijdens de ondervraging van hun favorieten aangenaam beziggehouden. Eerst was er een spetterend optreden van Theatergroep Aluin: twee actrices brachten hierbij een aantal verhalen uit Ovidius’ Metamorphosen op het toneel. Daarna was er een heel boeiende lezing van prof. Miguel John Versluys (Universiteit Leiden) over de opgravingen in Nemrud Dağ, de hoofdstad van het hellenistische koninkrijk Commagene, in het zuidoosten van Turkije. Na deze twee onderdelen volgde de prijsuitreiking. De middag als geheel werd voortreffelijk gepresenteerd door Rianne Clerc, lid van het organiserend comité van de Klassieke Olympiaden.


31-03-2023

De vertaalopgave Latijn voor 2023 was evenals in 2022 afkomstig uit een bepaald niet alledaagse tekst. Dit jaar moesten de deelnemers zelfs de vertrouwde wereld van de klassieke oudheid verlaten: de keuze was gevallen op een stukje drama van de middeleeuwse vrouwelijke auteur Roswitha (Hrotsvit).

De opgave omvatte vier tamelijk korte scènes, die geheel waren opgebouwd uit dialogen tussen verschillende personages. Bepaald moeilijk Latijn leverde dat niet op. Korte zinnetjes, uitroepen en elementaire vragen domineerden de tekst, en er stonden ook nauwelijks moeilijke woorden in.

Toch is het vertalen van Roswitha’s Latijn geen simpele opgave. Onder de ogenschijnlijke eenvoud van haar syntaxis en idioom heeft de auteur mogelijk een eigen agenda, waar je als klassiek geschoolde lezer niet meteen de vinger achter krijgt. Het is bijvoorbeeld lastig om te bepalen wat nu precies grappig bedoeld is en wat niet. De wereld van Roswitha is een heel andere dan de onze én de klassieke. Verder oogt haar stijl soms wat stijfjes en onhandig, wat een levendige vertaling extra lastig maakt. En ten slotte werkt ze met vormen van binnenrijm en assonantie, die typisch middeleeuws lijken. Een correcte klassieke vertaling is hier dus eigenlijk niet voldoende.

De vertaalcommissie heeft zes inzendingen geselecteerd om, in anonieme vorm, aan de vertaaljury voor te leggen. Dit jaar zijn er voor het eerst geen aparte categorieën voor classici en niet-classici. De jury heeft hier dus ook geen verschil tussen kunnen maken. Zo kon de jury dus simpelweg niets van de vertalers gezien behalve hun ingezonden bijdragen.

De vertaling van Wim van Geldrop biedt een prettig leesbare tekst, met sterke punten in scène IV, zoals "Die sukkel Dulcitius komt eraan" of "Staat hem goed: zo duivels van binnen, zo duivels van buiten!" Ook in scène V is het een paar keer raak, bijvoorbeeld met "Jongens wegwezen!" (voor fugiamus). Lastiger is "Jezusmina!" voor deus nos tueatur, wat voor een auteur als Roswitha toch niet helemaal het juiste register lijkt. In de slotzin van VII wordt praesententur weergegeven als "aan de kaak gesteld worden", wat op zijn minst vreemd is met "wellustige meisjes" als onderwerp.

In de vertaling van Maryo van der Hilst gaat het er eveneens levendig aan toe. "Ik ga een kijkje nemen", "wat is er aan de hand", "wat doet ie?": het klinkt vlot en goed. Interessant is dat de zwarte Ethiopiër uit de vertaling is weggepoetst: "hij lijkt wel een mijnwerker door al dat roet dat aan hem kleeft". Deze vertaler is dus gevoelig voor het moderne ongemak met bepaalde stereotypen... Ook "om door een ringetje te halen" in scène VI is mooi. En zelfs het zo lastige slot van VII gaat goed: "Ik vaardig nu het bevel uit dat deze onzedelijke meiden te kijk worden gezet zonder kleding (...)".

Positief opvallend aan de vertaling van Hilde Leroux zijn de toegevoegde regieaanwijzingen, bijvoorbeeld in scène IV: "IRENA (bij de deur) Sukkel Suikerzoet struint binnen", waarbij ook de vertaalde naam van Dulcitius een sterk punt is, evenals de aandacht voor klank. Of deze: "AGAPES (met gevouwen handen en de ogen ten hemel gericht) Amen". Op nog drie andere plaatsen komen zulke aanwijzingen, wat deze vertaling werkelijk een speeltekst maakt. Mooie vondsten als "Hij zit met zijn poten aan de pannen en de potten" en "Die verschijning vereist onze verdwijning" bieden de tekst extra charme. Jammer van "dat ik hier buiten gewipt word", wat ongewenste vraagtekens oproept, of "opdat ze op hun beurt de scherpte van onze spot voelen", wat te stroef blijft.

Geen regieaanwijzingen in de vertalingen van Mieke van der Sluijs en Carlotte de Cooman, die beide wel goed leesbaar zijn. In de vertaling van Mieke van der Sluijs is Dulcitius "een griezel" (voor infelix) en noemt Chionia zijn gedrag "Bizar" (voor ridiculum). Fraai ook is "moet je zien, door die spleten!", "ik moet de keizer onder vier ogen spreken", en "piekfijn gekleed". Het lastige slot van scène VII gaat dan weer niet helemaal goed, en ook "nu drukt hij de potten in zijn weke delen" is het misschien toch niet.

Ook in de vertaling van Carlotte de Cooman komen we de "griezel" tegen en heet Dulcitius tevens "oliebol" (voor stultus), een leuke vondst. Aardig in dezen vertaling is ook dat de soldaten in scène V worden "gesplitst" in soldaat 1 en soldaat 2, zodat er enige dynamiek ontstaat in hun regels. Een voorbeeld: "(Soldaat 1) Wie komt hier de deur uit? (Soldaat 2) Een duivelskind!" De zwarte Ethiopiër is hier vervangen door iets heel anders ("kopje-onder te zijn gegaan in een inktpot").

De laatste genomineerde, Kerstin van Tiggelen, heeft de levendigheid van de andere vijf gecombineerd met enkele welgekozen regieaanwijzingen, zoals "Moge God ons bijstaan (slaat een kruisteken)". De inmiddels beruchte Ethiopiër ligt ook in deze vertaling politiek niet goed en is vervangen door een kolenschepper. Heel opvallend in deze vertaling is het doordachte gebruik van binnenrijm en klank op een wijze die echt recht doet aan het origineel. Geen strak rijmschema, geen mechanisch lettergrepen tellen, maar een speels, soms wat associatief gebruik van klanken dat werkelijk doet denken aan Roswitha. Alles is gezet in korte zinnetjes die de effecten nog eens te meer overbrengen. We citeren een paar fraaie stukjes:

"Nu drukt hij zacht een kruik tegen zijn buik, nu omarmt hij een pan en dan een pot onder het genot van tedere kusjes."

"Het past dat een lijf zich zo toont,
zoals de duivel in zijn hoofd woont."

"(tegen zichzelf) 
Ik zal naar het paleis gaan
en iedereen in de keizerlijke geledingen vertellen over de vernederingen die ik heb doorstaan."

"Oh, oh, mijnheer Dulcitius wat maakte u toch mee?
U bent niet goed wijs.
Voor de volgelingen van Christus werd u tot een risee."

Aan het slot van VII gaan helaas een paar dingen mis: "kwaadaardige maagden" voor lascivae puellae is niet correct en ook "ik verlang" voor mando klopt niet. Kleine smetjes op een verder fraaie vertaalprestatie.

Oordeel
Alle zes voorgedragen vertalingen zijn een pluim waard. Elk geeft Roswitha’s tekst op een eigen manier in modern Nederlands weer. De vertalingen van Hilde Leroux en Carlotte de Cooman bieden de lezer duidelijk iets extra’s in de vorm van regieaanwijzingen, een element waartoe de vertaalopgave indirect ook had opgeroepen. Maar alleen de vertaling van Kerstin van Tiggelen maakt daarnaast ook consequent en op overtuigende wijze gebruik van klank, ritme en vormen van rijm. Ondanks een paar minder gelukkige wendingen draagt de jury de vertaling van Kerstin van Tiggelen daarom voor de eerste prijs voor.

IV
[verscholen achter een (kast)muur]
Wat is dat voor reuring voor de deur?
Dat mispunt van een Dulcitius komt eraan.
Moge God ons bijstaan!
[slaat een kruisteken]
Amen.
Wat betekent dat gerammel
met de potten en de pannen?
Ik ga ‘t wel even zien. Alsjeblieft, jullie
moeten ook door de
kleine kieren komen kijken!
Wat is er aan de hand?
Kijk nou, die idioot
is niet goed bij zijn hoofd.
Hij denkt dat hij zich warmt
aan onze omarmingen.
Wat doet-ie dan?
Nu drukt hij zacht een kruik tegen zijn buik, nu
omarmt hij een pan en dan
een pot onder het genot
van tedere kusjes.
Wat een malloot!
Zijn gezicht, zijn handen en zijn kleren
zijn zó vies, zó vuil,
dat de zwart plak hem niet laat
onderdoen voor een kolenschepper.
Het past dat een lijf zich zo toont,
zoals de duivel in het hoofd woont.
Wacht, het ziet ernaar uit dat hij weer gaat.
Nu eens opletten wat de soldaten
die voor de deur de tijd volpraten
doen zodra hij voor hen staat.

V
Wie komt hier naar buiten? Iemand in duivelse gedaante!
Of erger: zien we de duivel zelf staan?
Laten we er snel vandoor gaan!
Soldaten, waar vluchten jullie heen?
Blijf staan, laat me niet alleen!
Breng me met jullie lampen naar mijn kamer.
Het is de stem van onze meerdere,
maar een demon lijkt het veel eerder.
Laten we niet blijven staan
maar zo snel mogelijk op de vlucht slaan.
Een geest wil ons te grazen nemen.
[tegen zichzelf] 
Ik zal naar het paleis gaan
en iedereen in de keizerlijke geledingen
vertellen over de vernederingen
die ik heb doorstaan.

VI
Deurwachters, leid mij het paleis
in want voor de keizer
heb ik iets vertrouwelijks.
Wat is dit voor een armoedig en verfoeilijk monster, onder gescheurde en zwartbesmeurde vodden?

Laten we hem met onze vuisten slaan,
met kop en kont van de trap af gaan,
en verder dan hier geen doorgang toestaan.
Au, au! Wat gebeurt er nu?
Draag ik dan niet een subliem tenue
en toon ik niet schitterend van top tot teen?

Maar wie ook maar naar mij kijkt
walgt alsof ik een afgrijselijk monster lijk.

Ik ga naar mijn vrouw terug
om van haar te horen wat er is gebeurd.

[bij zijn huis]
Hè? Ze komt naar buiten met losse haren,
in tranen gevolgd door alle dienaren.

VII
Oh, oh, mijn heer Dulcitius,
wat maakte u toch mee?
U bent niet goed wijs.
Voor de volgelingen van die Christus
werd u tot een risee.
Naar ik nu eindelijk begrijp
ben ik misleid
door hun hekserij.
Het heeft mij heel verward
en vooral vervuld met smart
dat u niet de gaten had
wat u overkwam.
Ik verlang dat deze kwaadaardige maagden worden opgebracht
en dat ze, nadat hun kleren zijn uitgedaan,
openlijk bloot worden getoond, zodat
zij op hun beurt ónze bespottingen mogen ondergaan.
(Kersten van Tiggelen)

Voor de tweede prijs stelt de jury de vertaling van Maryo van der Hilst voor, dit vanwege een flink aantal vlotte en treffende wendingen én een foutloze weergave.

IV
AGAPES Wat is dat voor gestommel bij de deur?
IRENA Dwaze Dulcitius komt binnen.
CHIONIA De Here sta ons bij!
AGAPES Amen.
CHIONIA Wat heeft dat potten- en pannengekletter te betekenen? 
IRENA Ik ga een kijkje nemen. Komen jullie ook alsjeblieft! We gluren door de kieren!
AGAPES Wat is er aan de hand?
IRENA Kijk dan, die dwaas, beroofd van zijn verstand, denkt dat hij met zijn omhelzingen óns te pakken heeft.
AGAPES Wat doet ie?
IRENA Nu koestert hij de kookpotten teder tegen zijn buik, dan weer omarmt hij de potten en pannen, terwijl hij ze overlaadt met lieve kusjes.
CHIONIA Belachelijk!
IRENA En zijn gezicht, zijn handen en kleding zijn zo smerig, zo vuil. 
Hij lijkt wel een mijnwerker door al dat roet dat aan aan hem kleeft!
AGAPES Dat past goed: zo zwart als zijn lijf, zo bezeten door de duivel is zijn geest.
IRENA Kijk! Hij maakt aanstalten om terug te gaan. Laten we in de gaten houden wat de soldaten doen als hij weggaat, ze staan bij de deur.

V
MILITES Wie komt híer naar buiten? Een bezetene! Of veeleer de duivel zelf.
Laten we er vandoor gaan!
DULCITIUS Soldaten waarom slaan jullie op de vlucht? Blijf staan, wacht! Licht mij bij naar mijn slaapvertrek.
MILITES Het is wel de stem van onze meester, maar hij ziet eruit als de duivel.
Laten we niet blijven staan, maar de benen nemen. Dat schepsel wil ons iets aandoen!

VI
DULCITIUS Ik zal naar het paleis gaan en aan de hele hofhouding verkondigen wat een vernedering ik te verduren kreeg.
DULCITIUS Bewakers! Verleen me onmiddellijk toegang tot het paleis en de Keizer. 
Ik heb iets te bespreken, onder vier ogen. 
OSTIARII Wat is dat voor afstotelijk en verfoeilijk monster, bedekt met gescheurde en zwartige vodden? Laten we erop los beuken en hem van de trap mieteren. Hij mag niet verder komen dan hier.
DULCITIUS Ach! Wee! Wat gebeurt er toch? Ben ik niet op mijn best gekleed en zie ik er soms níet uit om door een ringetje te halen? Maar iedereen die mij ziet verafschuwt me alsof ik een vreselijk monster ben. Ik zal terug gaan naar mijn vrouw, om erachter te komen hoe dit zit. 
Maar zij komt naar buiten, met haar haar in de war en met de hele huishouding in tranen achter haar aan. 

VII
CONIUNX Hemel, hemel! Mijn meester Dulcitius, wat is er aan de hand met jou? 
Je bent geestelijk niet in orde. Je bent het mikpunt van spot voor die Christenaanhangsters geworden.
DULCITIUS Nu is het me eindelijk duidelijk dat ik belachelijk gemaakt ben door hun hekserij!
CONIUNX Wat me nog het meest in verwarring brengt en bedroeft, is dat je totaal niet doorhad dat hier iets niet klopte
DULCITIUS Ik vaardig nu het bevel uit dat deze onzedelijke meiden te kijk gezet worden, zonder kleding, naakt voor het oog van het publiek. Dan is het hún beurt om aan den lijve ons aller spot te ondervinden!
(Maryo van der Hilst)

Graag feliciteert de jury alle genomineerden met hun inzending, en speciaal de beide vertalers die zij voor een prijs heeft aangewezen. Hopelijk zal hun goede voorbeeld bij een volgende vertaalwedstrijd vele deelnemers inspireren.

(maart 2023)


29-03-2023

De opgave was dit jaar genomen uit een bijzondere prozatekst van de filosoof Theophrastos. Gekozen werden twee psychologische portretjes uit een serie van dertig, bekend als de Karakters van Theophrastos. Het betreft een unieke tekst in de Griekse literatuur die best een uitdaging vormt voor vertalers. Het is onbekend met welke bedoeling Theophrastos deze psychologische portretten heeft geschreven en hoe realistisch of karikaturaal ze bedoeld zijn. Het taalgebruik is ook niet altijd even helder. Bovendien beantwoorden de karakteriseringen vaak niet aan hedendaagse typeringen. Zo zou αὐθάδεια volgens letterlijke en woordenboekbetekenis "zelfingenomen" betekenen, maar de αὐθάδης van Theophrastos heeft diverse kenmerken die bij dat Nederlandse begrip niet direct lijken te passen. Er wordt wat dit betreft dus een groot beroep gedaan op psychologisch inzicht en op creativiteit in het taalgebruik. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de kandidaten het begrip αὐθάδης allemaal anders vertalen, en ook onderling verschillend: botterik, arrogant en horkerig. Hetzelfde geldt trouwens voor het tweede portret van de vertaalopgave: μεμψιμοιρία (lett.: ontevredenheid met zijn lot). Ook dat begrip kent geen eenduidige, pasklare vertaling en de kandidaten kiezen elk een andere: negatieveling, muggenzifter, ontevreden. Al met al dus een heel bijzondere opgave. 
 
Vertaling van mevrouw A.G. Bik-Huls
Deze tekst is een prima leesbare en begrijpelijke vertaling met een aantal rake formuleringen, zoals "als hij door zijn liefje vurig wordt gekust" of "na hard onderhandelen". Het is ook de enige vertaling die in 15.9 de infinitivi ἀναμεῖναι en ὑπομεῖναι (accentfoutje in de opgave) correct interpreteert. Ook ἀλλὰ διότι ὕστερον wordt hier (net als trouwens bij de andere twee vertalingen) afwijkend van de verstrekte aantekening correct geïnterpreteerd.

Daar staat dan weer tegenover dat "in woord en daad" geen recht doet aan het feit dat ἐν λόγοις (15.1) toch hoogstwaarschijnlijk gezien moet worden als beperking van het begrip ὁμιλίας en dat προσαγορεύω (15.3) hier beter (want uitgesprokener) kan worden opgevat als "begroeten" in plaats van "aanspreken". Voor ζωμός (17.2) lijkt het, gezien de opsomming met οἰνάριον, ook passender te kiezen voor iets eetbaars dan voor "het slachtfeest".

Jammer is dat de tweede zin van "De botterik" (15) grammaticaal niet correct loopt en dat het stukje minstens twee typefouten bevat. 

Vertaling van Hilde Leroux
Deze vertaling lijkt een iets formelere toonzetting te kiezen, maar is daarom niet minder vlot leesbaar, al zou een lezer zich misschien kunnen afvragen wat precies bedoeld wordt met het bijwoord "mogelijks" (voor de potentialis οὐκ ἂν γένοιτο, 15.5) of met een "gezonde brok" (voor ὅ τι ὑγιές, 17.6). De zin προσαγορευθεὶς μὴ ἀντιπροσειπεῖν (15.3) wordt trefzeker en compact vertaald met "Een groet laat hij onbeantwoord", maar "de realiteit" als weergave van τῶν δεδομένων (17.1) lijkt toch wat te ruim gekozen in dit verband, waar het toch gaat om gelukjes die een mens ten deel kunnen vallen. Qua toonzetting doet "de kusjes van zijn gezelschapsdame" voor ὑπὸ τῆς ἑταίρας καταφιλούμενος (17.3) wat al te snoezig aan. 
 
Vertaling van Guido Kuijper 
Deze vertaling combineert compactheid in formulering met leesbaarheid en is bovendien een heel correcte weergave van Theophrastos' tekst. De enige aanmerking die de jury kan maken is op de zin met καὶ ἀναμεῖναι (15.9) , waarin de betekenis van οὐκ ἂν ὑπομεῖναι weinig tot zijn recht komt. Deze vertaling krijgt van de jury de eerste plaats.

Bovendien kent zij aan deze vertaling ook de originaliteitsprijs toe. Vooral twee vertaalvondsten geven de jury daartoe aanleiding. In karakterschets 17.6 is dat niet de "kat in de zak" (die vinden we ook in de vertaling van Van Dolen), maar wel de gevatte woordspeling met "laat" (voor ὕει en ὕστερον, 15.4). In karakterschets 15 is dat de vertaling van ὅτι οὐκ ἂν γένοιτο διδόμενα (15.5). Afgezien van de vraag of dit de door Theophrastos bedoelde interpretatie is, is "Ja, ja voor niets gaat de zon op," als vertaling in elk geval behalve acceptabel ook origineel.

15: Horkerigheid 
Horkerigheid is het onvermogen tot beschaafde communicatie.
De hork is zo iemand die, wanneer hem gevraagd wordt waar die-en-die is, zegt: 'Val me niet lastig!' en die, wanneer hij wordt begroet, niet teruggroet.
Als hij iets verkoopt, zegt hij niet tegen de koper voor hoeveel hij het van de hand zou doen, nee, hij vraagt: 'Wat schuift het?'
Tegen de mensen die hem fêteren en een cadeau sturen voor een feestdag, zegt hij: 'Ja, ja:
voor niets gaat de zon op.'
Hij kent geen pardon voor wie hem per ongeluk bevuilt of aanstoot of op zijn tenen trapt.
Als een vriend hem verzoekt om bij te dragen aan een lening, zegt hij eerst dat hij niets geeft om vervolgens toch met een bijdrage te komen, met de verzuchting: 'Ook naar deze centen kan ik weer fluiten'.
Als hij op straat struikelt over een steen, zal hij de steen stijfvloeken.
Als hij op iemand wacht, blijft hij nooit lang staan - voor niemand.
Hij wil nooit eens zingen of speechen of dansen. Hij is het type dat zelfs niet tot de goden bidt.
 
17: Ontevredenheid
Ontevredenheid is het gebrek aan waardering voor wat je in de schoot geworpen wordt.
Een ontevreden iemand is het type dat, wanneer een vriend hem een portie vlees heeft opgestuurd, tegen de afzender zegt: 'Je gunde mij zeker de soep en de wijn niet, anders had je me wel uitgenodigd voor het diner.'
Wanneer hij door zijn vriendin wordt gekust, zegt hij: 'Zoals jij mij kust... ik vraag mij af of het ook echt van harte is.'
Hij is boos op Zeus, niet omdat hij het laat regenen, maar omdat het láát regent.
Wanneer hij op straat een portemonnee vindt, zegt hij: 'Maar ik heb nog nooit een schat gevonden.'
Als hij een goede slaaf koopt en een heel mooie korting bij de verkoper heeft bedongen, zegt hij: 'Ik vraag me af of ik voor die prijs geen kat in de zak heb gekocht.'
Wanneer iemand hem het heuglijke nieuws brengt dat hij een zoon heeft gekregen, zegt hij: 'Je vergeet erbij te zeggen dat ik daarmee ook de helft van mijn vermogen kwijt ben - want daar komt het feitelijk wel op neer!'
Als hij een rechtszaak heeft gewonnen, zelfs met unanieme stemmen, verwijt hij zijn advocaat nog dat hij in zijn pleidooi veel argumenten ongenoemd had gelaten.
Als zijn vrienden geld hebben ingelegd voor een lening, en iemand zegt: 'Wees blij!' zegt hij:
'Waarom dan? Zeker omdat ik iedereen het geld moet terugbetalen en ik bovendien dankbaar moet zijn, alsof het een gúnst betreft?'
(Guido Kuijper)
 


12-11-2022

Classici, niet-classici, studenten Klassieke Talen, mensen met interesse in de Klassieke Talen,

Iedereen kan deelnemen aan de Klassieke Olympiaden Latijn en/of Grieks voor volwassenen. Op onze website vind je twee vertaalopgaven: één voor Latijn en één voor Grieks.

Dit jaar kozen we voor een stukje uit de Karakterschetsen van Theophrastus en voor een fragment uit het toneelstuk Dulcitius van Roswitha van Gandersheim.

Op onze website www.klassiekeolympiaden.nl vindt u de opgaven van deze editie.

U kunt zelf bepalen aan welk van beide vertalingen u wilt meedoen: u hoeft niet per se beide vertaalopgaven te maken. Het gebruik van woordenboek, literaire vertalingen en wetenschappelijke commentaren is toegestaan. U kunt uw vertaling inzenden via e-mail in
tot 1 februari januari 2023.

De beste vertalingen worden aan een beroepsvertaler voorgelegd die vervolgens de winnaar
aanwijst. Er is bovendien ruimte voor een (originaliteits)prijs.

De commissie Klassieke Olympiaden


22-10-2022

Op dit moment maken de jongeren in Nederland en Vlaanderen de opgaven voor de eerste ronde van de Klassieke Olympiaden. Halverwege november zullen de beste veertig tot vijftig deelnemers geselecteerd worden voor de tweede rondes.

De kandidaten voor de tweede ronde Latijn worden op maandag 16 januari 2023 verwacht, de kandidaten Grieks buigen zich op donderdag 26 januari 2023 over de opgaven. Beide tweede rondes zullen gehouden worden op het Spinoza Lyceum in Amsterdam.

De wedstrijden starten om 14.00 uur. Het onderdeel tekstbegrip duurt 90 minuten, voor de creatieve opdracht krijgen de kandidaten 60 minuten. Tussendoor is er een kwartier pauze. Kandidaten met dyslexie krijgen voor beide onderdelen 15 minuten extra.


18-09-2022

Beste collegadocenten,

Het is september en dat betekent dat we van start gaan met de Klassieke Olympiaden van het schooljaar 2022-2023. We zoeken de beste gymnasiasten voor de vakken Latijn en Grieks in Nederland en Vlaanderen en dagen alle docenten en hun leerlingen Latijn en/of Grieks uit om mee te doen aan deze mythische wedstrijd.

In de eerste ronde maken de leerlingen op school tijdens een lesuur een opgave en die wordt door de vakdocent aan de hand van een correctiemodel nagekeken. De leerlingen krijgen over een ongeziene passage Latijn of Grieks een mix van meerkeuze- en open vragen. De scores worden vervolgens ingezonden naar de organisatie en op basis daarvan worden de beste 40 tot 50 kandidaten per taal geselecteerd voor de tweede ronde.

Dit elfde jaar staan de Klassieke Olympiaden in het teken van Horatius’ Satire voor Latijn en de komedie De Wolken van Aristophanes voor Grieks. Voor de tweede ronde en de finale zijn pensa samengesteld die de kandidaten zelfstandig of met klasgenoten (in de les) moeten voorbereiden. Deze pensa vindt u op onze website (www.klassiekeolympiaden.nl) en zijn ook zeer geschikt om onderdeel te laten zijn van het schoolexamen. Begin januari zullen de geselecteerde leerlingen worden onderworpen aan de tweede ronde, waarin zij bevraagd worden over de inhoud van de gelezen stof. In principe vindt deze tweede ronde plaats op een centrale plaats in Nederland; de werkstukken worden gecorrigeerd en beoordeeld door de organisatie en op grond daarvan worden voor beide vakken drie leerlingen uitgenodigd voor de finale die plaatsvindt in het Rijksmuseum van Oudheden. De finalisten zullen door universitaire docenten worden ondervraagd en zijn verzekerd van een geldbedrag (100, 150 en 250 euro) en eeuwige roem.

We nodigen alle leerlingen van Nederland en Vlaanderen van harte uit om mee te doen aan de Klassieke Olympiaden, een herculische beproeving!

Hieronder volgen de belangrijkste data op een rijtje:

  • vanaf nu aanmelden voor de eerste ronde
  • 16 november 2022 deadline inzenden scores ronde 1
  • begin januari 2023 ronde 2 Latijn en Grieks
  • 25 maart 2023 finale in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden

Uiteraard kunt u als docent ook mee doen aan onze wedstrijd voor volwassenen. De opgaven worden in oktober 2022 gepubliceerd en de vertalingen moeten voor 1 februari 2023 worden ingezonden.

U kunt uw school aanmelden voor de eerste ronde door te mailen naar klassiekeolympiaden@gmail.com.

Blijf op de hoogte van de Klassieke Olympiaden
U kunt ons ook op Facebook volgen:
https://www.facebook.com/KlassiekeOlympiaden
Of gewoon via onze website:
https://www.klassiekeolympiaden.nl


09-09-2022

Beste collega,

De finalepensa voor de Klassieke Olympiaden 2022-2023 zijn op onze website gepubliceerd.

Aristophanes Wolken

Horatius Satiren

De organisatie van de Klassieke Olympiaden


13-07-2022

Zoals bekend, publiceren wij doorgaans vóór de zomervakantie de pensa voor het volgende schooljaar. Helaas is dat ons dit jaar niet helemaal gelukt. Op dit moment zijn de pensa voor de tweede ronde gelukkig klaar, aan de finalepensa wordt nog gewerkt.

Latijn staat in het teken van de Satiren van Horatius. Voor de 2e ronde lezen de leerlingen over een (fictief) gesprek tussen Teiresias en Odysseus in de onderwereld. Teiresias geeft adviezen hoe Odysseus na thuiskomst weer rijk kan worden door ervoor te zorgen dat hij erfgenaam wordt van een rijk man. In het finalepensum (Satire 1, 3.38-95) geeft Horatius adviezen over wederzijdse tolerantie en over de wijze waarop je met fouten van vrienden moet omgaan.

Bij Grieks zijn de pensa genomen uit de Wolken van Aristophanes. De passage voor de 2e ronde bevat de verschijning van de Wolken en de hoofdpersoon Strepsiades leert daarbij van Socrates het nodige over deze godinnen en het niet bestaan van de traditionele goden. In het finalepensum (Wolken 1409 - 1475) laat Strepsiades’ zoon zien dat hij een goede leerling is van Socrates en diens redeneertrucs goed in de praktijk kan brengen.

NB beide finalepensa worden over enkele weken gepubliceerd.

Wij wensen iedereen een fijne zomer!


13-04-2022

In de tiende Klassieke Olympiade stond Suetonius’ biografie van Gaius Julius Caesar centraal. Deze biografie maakt deel uit van zijn werk De vita Caesarum waarin hij de levens beschrijft van de Caesares van Julius Caesar (strikt genomen geen keizer) tot en met Domitianus. Zijn biografieën vallen meestal uiteen in twee delen: eerst wordt chronologisch het leven beschreven, daarna worden facetten van het karakter van de beschreven persoon belicht. Hij heeft niet veel aandacht voor dieper liggende oorzaken, wel voor anekdotische details. 

In de eerste ronde die op de eigen school werd afgenomen, kregen de leerlingen een passage waarin Caesars uitzonderlijke uithoudingsvermogen en daarna zijn ongevoeligheid voor onheilspellende voortekens werd beschreven. Hierover werden 22 vragen gesteld, voor een groot deel meerkeuze, van grammaticale, inhoudelijke en cultuurhistorische aard. 

Op basis van de ingezonden scores werden van de 415 deelnemers er 48 uitgenodigd voor de tweede ronde. Voor deze ronde lazen de leerlingen een bloemlezing uit de capita 31-82, waarin Suetonius de periode 49-44 v.Chr. behandelt met duidelijke aandacht voor Caesars karakter en talenten. Ook dit jaar moest vanwege de pandemie de tweede ronde op de eigen school worden afgenomen. Daarbij werd gekozen voor digitale afname onder verantwoordelijkheid van de eigen docent. Dit vergemakkelijkte de correctie, omdat er nu meestal niet meer dan twee pagina’s ingeleverd werden en er geen problemen waren met moeilijk leesbare handschriften. Van de 48 uitgenodigde leerlingen moesten er helaas 10 afzeggen.

In één van de creatieve opdrachten moesten de leerlingen een scenario schrijven voor een filmscène waarin Caesar en zijn vrouw ontwaken op de dag waarop Caesar vermoord zal worden nadat ze ’s nachts beide onheilspellende dromen hebben gehad. Caesars vrouw had daarbij gedroomd dat de gevel van hun huis instortte. Een leerling beschreef dat zij zo in de war wakker werd dat zij naar buiten liep om de gevel te bekijken. Ook slaagden leerlingen erin stilistische middelen zoals alliteratie en asyndeton in hun scenario te verwerken. In de andere opdracht moesten leerlingen een dialoog schrijven van twee vrienden of vriendinnen van wie de een smoorverliefd is. Zij krijgen een voorteken dat de een positief, de ander negatief opvat. Bijzonder was de dialoog waarin het verhaal van Apollo en Danaë werd verwerkt omdat het voorteken een roos bij een laurierboom was. Natuurlijk hebben de leerlingen ook hun kennis van het Latijn laten blijken in een toets over de gelezen tekst. Hierin werden vragen van uiteenlopende soort gesteld, van etymologie tot tekstinterpretatie en van grammatica tot de overeenkomst met een horrorfilm. Uiteindelijk werden op grond van het totaal van deze tweede ronde drie kandidaten uitgenodigd woord de finale. Deze kon gelukkig weer "echt" plaatsvinden in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden, waar zij werden ondervraagd door twee universitaire docenten. Hun verslag volgt hieronder.

Het pensum van dit jaar bestond uit een passage van de vita van C. Iulius Caesar van Suetonius. Tijdens een half uur durend gesprek met elk van de drie kandidaten vroegen wij hen niet alleen een vertaling van een voorbereid stuk, maar ook naar syntactische details, historische contexten en de interpretatie van de passage. In overeenstemming met het thema van de Week van de Klassieken (‘Propaganda’) hadden we het ook over de vraag waarom Suetonius Caesar in zijn eigen tijd nog zo’n belangrijke figuur vindt, en wat de passage ons zegt over de visie op de late republiek tijdens de keizertijd. Aan het eind legden we de kandidaten nog veen stuk ongeziene vertaling voor (een passage uit de vita van Augustus van Suetonius). Hieronder volgt het juryverslag per kandidaat. Tijdens de feestelijke uitreiking in aanwezigheid van vrienden en familie zijn deze verslagen ook gebruikt om de kandidaten toe te spreken.

Eva Schreuder
Deze kandidate straalde betrokkenheid en enthousiasme uit voor de gelezen teksten en ze kon moeiteloos de relevantie ervan verwoorden voor hedendaagse maatschappelijke discussies. Ze vertaalde bijna vlekkeloos en beantwoordde ook de vragen over de context goed. De ongeziene vertaling benaderde ze heel analytisch, wat tijd kostte, maar wel een goede vertaling opleverde. Eva had in andere jaren wellicht de olympiade kunnen winnen, maar de concurrentie dit jaar was van ongekend hoog niveau en ze mag heel trots zijn met de derde prijs op de nationale eindronde van de Klassieke Olympiade Latijn.

Birgit van den Eynden
Een kandidate die zeer goed was voorbereid en bovendien goed in staat bleek haar kennis en tekstbegrip ook in te zetten bij vragen die verder gingen dan het pensum en de gegeven aantekeningen. Birgit kon de bestudeerde passage vlekkeloos vertalen en beantwoordde alle syntactische vragen naar volle tevredenheid van de jury. Tijdens het gesprek over de passage kon ze goed meegaan in een verdieping van de interpretatie. Uit de ongeziene vertaling bleek dat ze een ervaren vertaalster is. Birgit liet een hoog niveau zien en we feliciteren haar van harte met de tweede prijs dit jaar voor de Klassieke Olympiade Latijn.

Emma Vinkenoog
Ook deze kandidate was uitstekend voorbereid en gaf bij het voorvertalen al uit zichzelf relevante context en uitleg. Ze zag de cultuur-historische en ideologische relevantie ervan en was zo onwaarschijnlijk snel dat we vrij uitgebreid hebben kunnen spreken over interpretatieve aspecten. Ook de ongeziene tekst vertaalde ze heel snel en correct. Hoewel ze twee zeer sterke mede-kandidaten had, kennen we Emma dit jaar de eerste prijs toe voor de Klassieke Olympiade Latijn. Van harte gefeliciteerd!

Lidewij van Gils (Universiteit van Amsterdam)
Christoph Pieper (Universiteit Leiden)

Zoals gebruikelijk ontvingen de kandidaten een beker, een geldbedrag en een boekenpakket van de Athenaeum Boekhandel in Amsterdam. De wisselbeker zal het komend jaar wederom in Amsterdam staan, aangezien Emma Vinkenoog voor het tweede achtereenvolgende jaar de eerste prijs behaalde en bovendien dit jaar weer ook deelnam aan de finale Grieks.

Het organisatiecomité feliciteert de kandidaten van harte met het behaald resultaat en dankt de beide juryleden voor hun zeer gewaardeerde inzet en de wijze waarop zij wederom de finale vorm hebben gegeven.