Juryrapport Latijn jongeren 2022-2023

In de elfde Klassieke Olympiade stonden de Satiren van Horatius centraal.

In de eerste ronde die op de eigen school werd afgenomen, kregen de leerlingen de eerste 15 regels van Satire 2.6 (Hoc erat in votis) voorgelegd. Hierin beschrijft de dichter het buitenhuis dat hij van Maecenas heeft gekregen en waar hij zich in grote tevredenheid  kan terugtrekken. Over deze tekst werden 23 vragen gesteld, voor een groot deel meerkeuze, van grammaticale, inhoudelijke en cultuurhistorische aard. Het aantal deelnemers lag beduidend hoger dan vorig jaar (567 tegenover 415 vorig jaar), maar de opgaven waren kennelijk moeilijker gezien de scores (gemiddeld 11,2 punten van de 24, tegenover vorig jaar 15,4 van de 26).

Op basis van de ingezonden scores werden van de 567 deelnemers er 62 uitgenodigd voor de tweede ronde. Voor deze ronde lazen de leerlingen Satire 2.5, waarin Ulixes/Odysseus in de onderwereld de ziener T(e)iresias ontmoet en hem advies vraagt. Hij zal namelijk arm en berooid op Ithaka terugkeren, volgens Tiresias, en nu wil Ulixes weten hoe hij toch weer rijk kan worden. Tiresias raadt hem aan om bevriend te raken met kinderloze rijken om zo de erfenis van hen op te strijken. Dit jaar zou de tweede ronde worden gehouden op het Spinoza Lyceum in Amsterdam. In de morgen kwam het ontstellende bericht dat er een grote stroomstoring was in Amsterdam-Zuid. Daarop werd snel besloten dat dan de tweede ronde weer op de eigen school moest worden afgenomen. Omdat gelukkig al besloten was om deze ronde digitaal af te nemen via Examnet.nl leverde dit niet al te veel problemen op. Helaas waren er wel wat afzeggingen, zodat uiteindelijk 45 leerlingen deelnamen aan deze tweede ronde.

In het eerste deel kregen zij vragen te beantwoorden over een gedeelte van de gelezen Satire: tekstbegrip, inhoud, stijl, grammatica en culturele achtergronden kwamen daarbij aan bod. Bijzonder was dat één van de kandidaten erin slaagde alle punten voor dit gedeelte te behalen, een resultaat dat uniek genoemd mag worden.

In één van de creatieve opdrachten moesten de leerlingen zich voorstellen dat zij zouden deelnemen aan het gesprek van Ulixes met Tiresias. Zij mochten daarbij zelf een standpunt kiezen: ofwel dat het prima is om koste wat het kost geld te verdienen, waarbij ze dan mochten aangeven hoe dat in onze tijd goed zou kunnen; ofwel een moreel standpunt, waarbij ze konden verdedigen dat er morele standaarden zijn die verbieden om koste wat het kost geld te verdienen. In de andere creatieve opdracht werd gevraagd om een briefwisseling te schrijven tussen Nasica en een vriend: over Nasica wordt namelijk in de Satire verteld dat hij probeert een erfenis binnen te halen, maar juist door de erflater wordt belazerd en met niets achterblijft.

Uiteindelijk werden op grond van het totaal van deze tweede ronde drie kandidaten uitgenodigd woord de finale. Deze kon gelukkig weer "echt" plaatsvinden in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden, waar zij werden ondervraagd door twee universitaire docenten. Hun verslag volgt hieronder.

Het pensum van dit jaar bestond uit een passage uit Satire 1.3 van Horatius, waarin de satiricus voor mildheid bij het beoordelen van fouten van vrienden pleit. Tijdens een half uur durend gesprek met elk van de drie kandidaten vroegen wij hen een vertaling van ca. 20 regels van het voorbereide pensum. Daarnaast lieten we hen enkele regels metrisch voorlezen, vroegen naar het genre van de satire, naar uitleg van de argumentatie en metaforen van Horatius en naar de interpretatie van de passage. Aan het eind legden we de kandidaten nog een stuk ongeziene vertaling voor (het begin van Satire 1.9, de beroemde passage waarin de verteller wandelend over de Via Sacra wordt aangeklampt door een onverbeterlijke kletsmajoor).

Ook dit jaar was het niveau van de drie kandidaten weer heel hoog en de verschillen minimaal. Iedereen had ene eerste prijs verdiend. Bij de vertaling van het geziene stuk werd door niemand een fout gemaakt! Toch moest de jury  en beslissing nemen. Hieronder volgt het juryverslag per kandidaat. Tijdens de feestelijke uitreiking in aanwezigheid van vrienden en familie zijn deze verslagen ook gebruikt om de kandidaten toe te spreken. De jury feliciteert alle drie kandidaten met hun schitterende prestatie!
 
Naomi Babeliowsky – derde plaats:
Deze kandidate kon met name de ongeziene vertaling buitengewoon soepel en snel voorvertalen en begreep de tekst meteen. Zij had zelfstandig over het pensum nagedacht en kon ter plekke heel goed op de vragen van de jury reageren en tot een interpretatie van de satire komen. Haar zelfstandigheid toonde ze door een aanvulling (correctie) op het inhoudelijke commentaar te suggereren die de jury overtuigde. Syntactisch inzicht was eveneens heel goed. Helaas was het metrische lezen een struikelblok en waren sommige vragen over het genre en de achtergrond iets minder goed voorbereid dan bij de twee andere kandidaten.
 
Linde Sikkenga – tweede plaats:
Een kandidate die goed was voorbereid en bovendien goed in staat bleek haar kennis en tekstbegrip ook in te zetten bij vragen die verder gingen dan het pensum en de gegeven aantekeningen. Linde kende Horatius’ literaire carrière, kon de satire goed daarin plaatsen en kwam tot overtuigende interpretaties van de tekst. Syntactische vragen kon zij trefzeker beantwoorden. Bovendien had ze zelfstandig informatie nagezocht over de verschillende namen die in de satire genoemd worden en ze kwam ook, met enige hulp, uiteindelijk goed uit de ongeziene vertaling. Het metrische lezen moest even op gang komen, maar ging uiteindelijk heel goed.
 
Marije Reitsema – eerste plaats:
Ook deze kandidate was uitstekend voorbereid; zij kon op alle achtergrondvragen met veel kennis ook van de literatuurhistorische context antwoorden en kon de satire heel goed interpreteren. Soms had de jury de indruk dat ze daarbij bijna te goed voorbereid was en daardoor niet meer spontaan op vragen kon regeren of een onverwacht pad mee kon opgaan – maar uiteindelijk was het interpretatieve deel toch heel overtuigend. De ongeziene vertaling ging eveneens heel goed, het metrische lezen snel (weliswaar iets mechanisch) en foutloos, en syntactisch was Marije heel secuur. Als enige kandidaat was zij bovendien in staat de antieke genrenaam ‘Sermo’ aan het soms spreektalige karalter van Horatius’ tekst te koppelen en kon hiervoor ook voorbeelden benoemen. Al met al in onze optiek een verdiende winnaar.
 
Lidewij van Gils (Universiteit van Amsterdam)
Christoph Pieper (Universiteit Leiden)
 
Het organisatiecomité feliciteert de kandidaten van harte met het behaald resultaat en dankt de beide juryleden voor hun zeer gewaardeerde inzet en de wijze waarop zij wederom de finale vorm hebben gegeven.