Nieuwsoverzicht
03-11-2020
De eerste ronde van de Klassieke Olympiaden 2020-2021 loopt ten einde en dat betekent traditiegetrouw dat de opgaven voor de volwassenen worden gepubliceerd.
De wedstrijd Grieks omvat een passage uit de verdedigingsrede van Andokides. In 415 v. Chr. raakte Andokides verwikkeld in het schandaal rond de Hermokopiden en de mysteriën van Eleusis en werd verbannen. Pas rond 400 werd hij weer in Athene opgenomen. Daar verdedigde hij zich met zijn bekendste redevoering "Over de mysterië, de belangrijkste bron voor de gebeurtenissen in 415.
Voor de wedstrijd Latijn is gekozen voor een Elegie van Propertius. Geïnspireerd door de Alexandrijnen koos Propertius in zijn elegieën voor een mix van actuele onderwerpen en mythologische verwijzingen. Hij staat bekend om zijn originele stijl en soms opmerkelijke gedachtesprongen. Het gekozen gedicht (Prop. El. II, 8) is geschreven rond 25 v. Chr. Bij de lectuur wordt het snel duidelijk hoe het met momenteel gesteld is met de relatie van Propertius en zijn geliefde ‘Cynthia’.
Een winnende vertaling voldoet aan een aantal voorwaarden. Eerst en vooral moet de brontekst uiteraard correct geïnterpreteerd zijn, waardoor we een juiste inhoud lezen. Daarnaast is de doeltekst ook een aangenaam leesbare en meeslepende tekst, waarbij de sfeer van het origineel bewaard blijft. Zorgvuldige woordkeuze en doordachte zinsbouw dragen bij tot een literair waardevolle Nederlandse tekst. De jury verwacht een vertaling waarbij de vorm van het origineel op een of andere wijze tot uitdrukking komt. Bewerkingen en creatieve eigen versies van het verhaal worden uitgesloten. In een Nederlandse vertaling wordt met alle elementen van de originele tekst iets gedaan, en staan in principe geen toegevoegde elementen, anders dan vanuit de noodzaak van het Nederlandse taaleigen. Als model voor literaire vertalingen kan men denken aan vertalingen in boekvorm zoals recent uitgegeven bij Athenaeum - Polak & Van Gennep, Historische Uitgeverij, Damon, Uitgeverij P enz.
U kunt uw vertaling per e-mail inzenden tot 1 februari 2021 naar het adres: klassiekeolympiaden@gmail.com. Wilt u bij het inzenden vermelden of u classicus bent of niet en van welke vereniging (NKV, VCN, VVG) u lid bent?
De verenigingen stellen naast eeuwige roem, die de winnaars van deze Klassieke Olympiaden ten deel valt, prachtige prijzen in de vorm van boeken beschikbaar.
18-06-2020
Alle voorbereidingen voor een echte finalemiddag in het Rijksmuseum van Oudheden waren getroffen: Aluin zou optreden met Ovidius, Josho Brouwers zou spreken over de Spartanen in onze hedendaagse populaire cultuur, de juryleden zouden de finaleronde van de jongeren wedstrijden afnemen en alle prijswinnaars zouden aanwezig zijn. Corona zorgde er echter voor dat de Week van de Klassieken werd afgelast en ook de feestelijke middag van de Klassieke Olympiaden in het water viel. Gelukkig kon de finaleronde van de leerlingen online geregeld worden. Op 6 juni is dat prima verlopen.
Voor Latijn bleek Syb Wolfs uit Stein het beste thuis in de derde satire van Juvenalis. Bij Grieks ging de eerste prijs naar Ella Slot uit Amsterdam voor haar grote kennis van het pensum Herodotus. Beide leerlingen hebben zich daarbij onderscheiden door hun kennis van een bredere context van de bestudeerde pensa. De volledige juryrapporten staan op de website www.klassiekeolympiaden.nl. De organisatie zwermt uit over Nederland om de prijzen aan de winnaars en andere finalisten te overhandigen.
Ook de prijsuitreiking voor de vertaalwedstrijd voor volwassenen was anders dan gewenst. Zij kregen hun prijs thuisgestuurd van de sponsor Historische Uitgeverij. Voor de classici won een oude bekende: Guido Kuiper, bij beide talen. Wij kenden een eervolle vermelding toe aan Emgert Zondervan, die bij beide talen nipt tweede werd. Bij Grieks (een lastige tekst van Solon) leverde niet-classicus Arthur Hartkamp een prachtige vertaling die natuurlijk ook met de eerste en enige prijs werd bekroond. Bij Latijn (eveneens een lastige tekst van Geert Grote over de bouw van de Domtoren in Utrecht) kon geen prijs worden toegekend aan een niet-classicus, maar was er wel een eervolle vermelding voor de verdienstelijke vertaling van Remmelt Daalder.
Via facebook schreven we een quarantainechallenge uit. Daarbij vroegen we om een vertaling van een gedicht van Martialis (epigram III.26):
Praedia solus habes et solus, Candide, nummos,
aurea solus habes, murrina solus habes,
Massica solus habes et Opimi Caecuba solus,
et cor solus habes, solus et ingenium.
Omnia solus habes ‹ nec me puta uelle negare ‹
uxorem sed habes, Candide, cum populo.
Bij de (oud-)gymnasiasten won Luco van Bergen, die een toelichting gaf: "Facebook heb ik niet, wel een idee over zaken als FaceBook. Gesteld dat een uxor toen zo belangrijk was als sociale media nu, was dit een beetje mijn idee van het gedicht:
Wat er dan nog rest
"Je hebt je eigen kamer, Candidus, en je hebt je apps
De nieuwste iPhone ook, en je hebt een MacBook voor de rest
Je hebt je flessen drank, die zijn alleen voor jou
Je voelt je kloppend hart, en je kan ook zeker wat
Welbeschouwd heb je alles voor jezelf – daarmee zeg ik niets geks
Behalve dan jezelf, Candidus, die deel je met de rest"
(Luco van Bergen)
Bij de classici ging de prijs naar Paul Groos:
Voor Meneer De Wit
Alleen u komt in uw huis,
Alleen u komt in uw kluis,
In uw kelder vol met wijn,
In uw hart en in uw brein.
In elke plek die u bezit
Komt u alleen, meneer De Wit.
(Maar da’s niet wat ik zeggen wou:)
Want iedereen komt in uw vrouw.
Wij kenden een eervolle vermelding toe aan Lonneke ter Haar voor haar eigentijdse vertaling:
Alleen jij hebt die vette crib, alleen jij, bro, hebt dikke duku;
Jij hebt de ring, jij hebt de bling;
De djakkas en de pattas;
En toch, bro, heb jij dikke pech:
Die bitch van jou dat is een kech!
Wij zijn druk bezig met de voorbereidingen voor volgend jaar. De pensa zijn inmiddels gepubliceerd op onze website. Voor Grieks kozen we voor delen uit het Symposium van Lucianus (echt iets anders dan dat van Plato), voor Latijn voor delen uit de Ars Amatoria van Ovidius. Beide pensa kunnen heel goed gelezen worden in het kader van het schoolexamen. Voor de tweede ronde gaat het om ongeveer 100 regels, voor de finaleronde om ongeveer 50. Natuurlijk is er eerst een eerste ronde, die op de eigen school afgenomen moet worden. In september kunnen de opgaven en correctiemodellen aangevraagd worden.
De Klassieke Olympiaden zijn een initiatief van de Vrienden van het Gymnasium, Vereniging Classici Nederland en het Nederlands Klassiek Verbond en worden financieel bijgestaan door Addisco Onderwijs, Athenaeum Boekhandel, Eisma Edumedia, Hermaion, Historische Uitgeverij, Labrys Reizen, Primavera Pers, Staal & Roeland, Ta Grammata en Theatergroep Aluin. Speciale dank gaat uit naar het Gemeentelijk Gymnasium Hilversum en het Rijksmuseum van Oudhedenvoor het beschikbaar stellen van hun ruimtes.
15-06-2020
Hieronder de winnaars van de quarantainechallenge tijdens het coronatijdperk. Deelnemers werd gevraagd een mooi/spetterende/ludieke literaire vertaling van epigram III.26 van Martialis te maken:
Praedia solus habes et solus, Candide, nummos,
aurea solus habes, murrina solus habes,
Massica solus habes et Opimi Caecuba solus,
et cor solus habes, solus et ingenium.
Omnia solus habes ‹ nec me puta uelle negare
uxorem sed habes, Candide, cum populo.
Wij hebben zeer leuke vertalingen ontvangen!
De winnende vertaling in de rubriek ‘gymnasiasten & oud-gymnasiasten’:
Wat er dan nog rest
"Je hebt je eigen kamer, Candidus, en je hebt je apps
De nieuwste iPhone ook, en je hebt een MacBook voor de rest
Je hebt je flessen drank, die zijn alleen voor jou
Je voelt je kloppend hart, en je kan ook zeker wat
Welbeschouwd heb je alles voor jezelf – daarmee zeg ik niets geks
Behalve dan jezelf, Candidus, die deel je met de rest"
(Luco van Bergen)
De winnende vertaling in de rubriek ‘classici’:
Voor Meneer De Wit
Alleen u komt in uw huis,
Alleen u komt in uw kluis,
In uw kelder vol met wijn,
In uw hart en in uw brein.
In elke plek die u bezit
Komt u alleen, meneer De Wit.
(Maar da’s niet wat ik zeggen wou:)
Want iedereen komt in uw vrouw.
(Paul Groos)
En een eervolle vermelding voor een unaniem verkozen tweede plek in de rubriek ‘classici’:
Alleen jij hebt die vette crib, alleen jij, bro, hebt dikke duku;
Jij hebt de ring, jij hebt de bling;
De djakkas en de pattas;
En toch, bro, heb jij dikke pech:
Die bitch van jou dat is een kech!
(Lonneke ter Haar)
15-06-2020
Beste collega's,
Vandaag zijn de pensa Latijn en Grieks van de Klassieke Olympiaden voor het schooljaar 2020-2021 op onze site gepubliceerd. Voor Latijn is dat de Ars Amatoria van Ovidius (I.89-170; III.749-812 / 2.15-22; 2.97-144) met wijze lessen voor mannen en vrouwen om een partner aan de haak te slaan. Voor Grieks staat Het Symposium of De Lapithen van Lucianus (22-27; 30-32; 34 / 44-48) op het programma, dat gaat over een diner gehouden op een bruiloft waar ook de nodige filosofen en andere geleerden aanwezig zijn. Het diner loopt volkomen uit de hand, doordat de vertegenwoordigers van de verschillende filosofische scholen met elkaar op de vuist gaan.
In september kunt u het materiaal voor de eerste ronde aanvragen via klassiekeolympiaden@gmail.com.
13-06-2020
Juvenalis’ derde satire stond dit jaar op het programma voor Latijn. De oerconservatieve Umbricius vertelt hierin waarom hij besloten heeft de stad Rome te verlaten: geluidsoverlast, criminaliteit, een immigratieoverschot, en ga zo maar door. Klinkt dit bekend? Veel van deze klachten zijn natuurlijk heel actueel.
In eerste ronde die op de eigen school werd afgenomen, kregen de leerlingen een passage waarin Umbricius klaagt over de gevaren van het wonen in de stad Rome. Voor een arm man die op een etage in een flatgebouw woont, zijn die veel ernstiger dan voor een rijke Romein in een herenhuis. Hierover werden 25 vragen gesteld voor een groot deel meerkeuze, van grammaticale, inhoudelijke en cultuurhistorische aard.
Op basis van de ingestuurde scores werden 72 leerlingen uitgenodigd voor de tweede ronde. Omdat de organisatie weet dat niet alle leerlingen uiteindelijk naar het gastvrije Gemeentelijk Gymnasium in Hilversum (kunnen) komen, was voor dit grote aantal gekozen. Inderdaad kwamen 58 leerlingen wel. Zij hadden een bloemlezing van ca 100 regels uit de satire gelezen, waarin de klachten, zoals gezegd, erg bekend voorkomen.
In één van de creatieve opdrachten gingen leerlingen aan de slag met een hedendaagse satire à la Juvenalis op hun eigen woonplaats: selfiesticks, zakkenrollers en wietlucht hebben de revue gepasseerd.
Leerlingen met lef konden onze eigen premier van repliek dienen, naar aanleiding van zijn vergelijking van de val van het Romeinse rijk met de europese grensproblematiek. Zij wreven Rutte in dat Aeneas, de stamvader van de Romeinen, een vluchteling was en dat de Romeinse cultuur zonder invloeden van buitenaf nooit zo groot geworden zou zijn. En dat alles met alliteraties, leenwoorden en retorische vragen, waarmee leerlingen blijk gaven van hun kennis van Juvenalis’ stijl.
Natuurlijk hebben de leerlingen ook hun kennis van het Latijn laten blijken in een toets over de gelezen tekst. Hierin werden vragen van uiteenlopende soort gesteld, van etymologie tot tekstinterpretatie en van grammatica tot actualiteit. Eén leerling wist zelf een bonuspunten te verdienen met een scherpe opmerking over de manier waarop Umbricius zelf het onderwerp van satire werd.
Uiteindelijk werden op grond van het totaal van de tweede ronde drie kandidaten uitgenodigd voor de finale. Omdat deze feestelijke finale eind maart helaas niet kon doorgaan, hebben de juryleden zich bereid verklaard tot een online-gesprek.
Hieronder volgt hun verslag.
De winnaars van de Klassieke Olympiade 2020 zijn bekend! We feliciteren Syb Wolfs met de eerste plaats bij de Olympiade Latijn en Ella Slot bij de Olympiade Grieks met hun fraaie prestatie en wensen ook hun familie en docenten van harte geluk met zoveel talent in hun midden. De jury was ook onder de indruk van de vier kandidaten die de tweede en derde prijs in de wacht sleepten, respectievelijk Bart de Waart en Koen Aarts voor Latijn en Bram van Altenborg en Eline van der Horst voor Grieks.
Juryrapport Latijn
Op zaterdagmiddag 6 juni heeft de finale van de Klassieke Olympiade plaatsgevonden, niet in het RMO, zoals gebruikelijk, maar via videogesprekken van een half uur per kandidaat. De jury bestond uit twee universitair docenten Latijn (Christoph Pieper uit Leiden en Lidewij van Gils van de Universiteit van Amsterdam). Ter voorbereiding hadden de kandidaten een pensum bestudeerd van Juvenalis (de derde Satire). Tijdens de finale werd de kandidaten gevraagd een stuk voor te vertalen en grammaticale, metrische, stilistische en inhoudelijke vragen erover te beantwoorden. Bovendien kregen ze een klein stuk ongeziene tekst (twee zinnen waarin Cicero over de Graeculus van zijn tijd spreekt) ter plekke te zien dat ze eveneens meteen moesten vertalen.
Koen Aarts (Augustinianum, Eindhoven; derde prijs) had weliswaar aanvankelijk enige moeite met het vertalen van dit lastige pensum, maar kon de ongeziene passage van Cicero met een beetje hulp rustig en uiteindelijk correct vertalen. Hij kende bovendien de derde satire goed (kon de inhoud mooi beknopt samenvatten en ook inhoudelijke vragen beantwoorden) en hij had ook iets verstandigs te melden over een tekstkritisch probleem in de tekst.
Bart de Waart (Stedelijk Gymnasium Schiedam; tweede prijs) vertaalde Juvenalis foutloos en vlot; hij had met name inhoudelijk goed over de tekst nagedacht en kon de passage heel goed contextualiseren en ook haar actualiteit voor onze moderne samenleving benoemen. Grammaticale vragen beantwoordde hij goed; bij de ongeziene tekst had hij in het geval van twee moeilijke constructies even hulp nodig, maar kwam toen tot een bevredigende vertaling; het was mooi te zien dat hij de onbekende tekst meteen inhoudelijk aan het pensum kon koppelen.
Syb Wolfs (SG Groenewald, Stein; eerste prijs) was uitstekend op de finale voorbereid. Hij vertaalde de geziene en ongeziene tekst foutloos en zonder hulp, las het Latijn metrisch correct en met perfecte uitspraak voor, kon alle grammaticale en stilistische vragen beantwoorden. Bovendien had hij van tevoren veel andere teksten gelezen die thematisch met Juvenalis te maken hebben (Ovidius, Horatius); hierdoor kon hij het pensum inhoudelijk in een brede context plaatsen.
Bij de prijsuitreiking was ook een lid van de Olympiade-commissie aanwezig (Tinka Muthert van de VCN) die de gewonnen bekers via de online kanalen in elk geval alvast kon tonen. De finalisten van 2020 mogen volgend jaar alsnog naar het RMO om met de jury en de finalisten van 2021 te proosten op hun welverdiende prijzen.
Amsterdam/Leiden 7 juni 2020
Lidewij van Gils en Christoph Pieper
Zoals gebruikelijk ontvangen de kandidaten een beker, een geldbedrag en een boekenpakket van de Athenaeum Boekhandel in Amsterdam. De wisselbeker zal het komend jaar in Stein staan. Het organisatiecomité zal uitzwermen om een en ander aan de leerlingen uit te reiken.
Het organisatiecomité feliciteert de kandidaten van harte met het behaald resultaat en dankt de beide juryleden voor hun zeer gewaardeerde inzet en hun flexibiliteit om de finale alsnog een online-vorm te geven.
13-06-2020
In de achtste Klassieke Olympiade Grieks stond Herodotus centraal. In de eerste ronde die op de eigen school plaatsvond, kregen de leerlingen 24 vragen over een (ongelezen) tekst uit zijn Historiën. In de gekozen passage, waarvan het oorspronkelijke Ionische dialect was aangepast tot het Attisch, wordt verteld hoe de Spartanen in 510 v.Chr. erin slagen de Peisistratiden uit Athene te verdrijven. De vragen, voor een groot deel meerkeuze, waren van grammaticale, inhoudelijke en cultuurhistorische aard.
Op grond van de door de docenten ingestuurde scores werden 68 leerlingen uitgenodigd voor de tweede ronde. Voor deze ronde lazen de leerlingen 99 regels uit het eerste boek, waarin Herodotos beschrijft hoe Peisistratos de stad meerdere malen voor zich weet te winnen en ook weer te verliezen. Het eerste deel van de tweede ronde bestond uit het beantwoorden van vragen bij de gelezen tekst. Niet alleen grammatica, stijl en de inhoud van de tekst kwam voorbij; ook hebben leerlingen de kenmerken van het begrip ‘fake news’ vergeleken met Peisistratos’ list om Athene te bezetten: hij verkleedde de mooie en lange dame Fye als de godin Pallas Athena en leek daarmee gezegend met de steun van de beschermgodin van de stad. Ook etymologie maakte deel van de toets: wist u dat de woorden ‘pedagoog’, ‘genetica’ en ‘astronomie’ alle een Griekse oorsprong hebben?
Ieder jaar is het een feest om te zien hoe leerlingen verder kijken dan de tekst en zelfs op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen in het onderzoek naar de oudheid. Zo is een bonuspunt toegekend aan de leerling die de recent gepubliceerde theorie van Janric van Rookhuizen over het Parthenon aanhaalde.
Voor het creatieve gedeelte van het examen heeft een deel van de leerlingen een script voor een nieuwe Netflixserie geschreven. In de voorgeschreven scène lieten zij Peisistratos’ vrouw aan haar moeder vertellen dat haar echtgenoot weigerde ‘κατὰ νόμον’ de liefde met haar te bedrijven. Moeder vertelt het vervolgens aan haar eigen echtgenoot, waarop een nieuwe revolutie wordt geboren. Veel leerlingen hadden goed nagedacht over de karakterisering van de personages uit het verhaal.
Een pareltje was de tekst waarin een dronken Megakles met dubbele tong riep dat hij Peisistratos aan het spit zou rijgen.
Bij de andere keuzemogelijkheid kropen leerlingen in de huid van beeldredacteur van een schoolmethode Grieks. Zij hadden nu zelf eens de touwtjes in handen en konden precies bepalen welke afbeeldingen en bijbehorende opdrachten er bij de gelezen tekst moesten worden opgenomen. Uit de originele en zeer concrete opdrachten trekken de commissieleden de conclusie dat het met het onderwijs in de klassieke talen de komende jaren wel goed komt, met deze leerlingen op de docentenstoel!
Uiteindelijk werden op grond van het totaal van de tweede ronde drie kandidaten uitgenodigd voor de finale. Omdat deze feestelijke finale eind maart helaas niet kon doorgaan, hebben de juryleden zich bereid verklaard tot een online-gesprek.
Hieronder volgt hun verslag.
Op zaterdag 6 juni 2020 heeft de jury, bestaande uit Casper de Jonge en Hugo Koning (Universiteit Leiden) drie finalisten online ondervraagd: Bram van Altenborg (Marnix Gymnasium), Eline van der Horst (Willem Lodewijk Gymnasium) en Ella Slot (Cygnus Gymnasium). De kandidaten werden aan de tand gevoeld over Herodotus, Historiën 6.86. Een mooi verhaal, om tenminste drie redenen. Ten eerste is het een verhaal waarin bijna de gehele Griekse wereld een rol speelt (Sparta, Athene, Aegina, Milete, Delphi). Ten tweede is de passage narratologisch interessant, omdat binnen het verhaal weer een ander verhaal wordt verteld. Ten derde is de passage retorisch interessant: de Spartaanse koning Leutychides vertelt rond 488 v. Chr. een verhaal aan de Atheners, in de hoop dat hij ze daarmee zal overreden tien gijzelaars uit Aegina terug te geven. De Atheners luisteren naar zijn verhaal, maar doen vervolgens toch niet wat hij van ze vraagt. De retorica van Leutychides heeft dus niet gewerkt. Behalve over de Griekse tekst moesten de drie kandidaten dus vragen beantwoorden over de topografische, narratologische en retorische aspecten van het verhaal van Herodotus.
Welk verhaal vertelt koning Leutychides aan de Atheners? Het gaat over de Spartaan Glaucus (ca. 550 v. Chr.), die bekend stond om zijn rechtvaardigheid (ten onrechte, zoals zal blijken). Hij krijgt bezoek van een man uit Milete, die hem de helft van zijn geld in bruikleen geeft, omdat de situatie in Ionië altijd zo onrustig is, waardoor zijn geld daar niet veilig is. Dit is een fascinerende opmerking van de Milesiër: op het moment dat hij deze beschouwing over Ionië presenteert (midden 6e eeuw v. Chr.) worden de Grieken in Ionië onderworpen door Kroisos en de Lydiërs; later komen ze onder Perzische heerschappij. Maar de lezer van Herodotus kan natuurlijk ook denken aan de gebeurtenissen van het begin van de 5e eeuw: de Ionische opstand en de val van Milete. Sommige kandidaten kwamen bij het interpreteren van deze ‘dubbele laag’ in het verhaal uit zichzelf met de term ‘dramatische ironie’: het publiek van Herodotus weet meer dan de personages in zijn verhaal.
Wanneer de kinderen van de Milesiër een tijdje later naar Sparta komen om het geld van Glaucus terug te vragen, doet de Spartaan alsof hij de afspraken vergeten is — ook al zijn er indertijd symbola, herkenningstekens, gebruikt. Hij gaat naar het orakel van Delphi en vraagt of hij het geld zal houden door meineed te plegen. Het orakel antwoordt in dactylische hexameters, die de kandidaten natuurlijk welluidend moesten voordragen. Het orakel stelt dat Glaucus er voorlopig wel mee weg zal komen, maar dat zijn nageslacht uiteindelijk volledig zal worden uitgeroeid door het naamloze kind van Horkos. Sterker nog: ook al besluit Glaucus het geldt vervolgens toch maar terug te geven aan de kinderen van de man uit Milete, blijkt 50 jaar later zijn gehele familie te zijn uitgestorven. Het orakel had dus gelijk: het kind van Horkos heeft zijn werk gedaan.
Het orakel van Delphi citeert een vers uit Hesiodus’ Werken en Dagen. De kandidaten werden uitgenodigd om de passage uit Hesiodus ter plekke te lezen en deze in verband te brengen met de gelezen tekst van Herodotus. Zij wisten goed onder woorden te brengen hoe de intertekstualiteit met Hesiodus autoriteit geeft aan het orakel, en aan het verhaal dat Leutychides aan de Atheners vertelt.
Overigens zonder succes: Leutychides’ exemplum werkt niet, want de Atheners geven de gijzelaars uit Aegina niet terug. Waarom werkt de retorica van de Spartaanse koning niet? De kandidaten wisten hierop goede antwoorden te geven: Leutychides is een onbetrouwbaar karakter, wiens verhaal je niet zomaar aanneemt (êthos); en bovendien lijkt het onderpand uit Leutychides’ verhaal (het geld van de Milesiër) van een andere categorie dan het onderpand in de situatie van de raamvertelling (de gijzelaars uit Aegina die door de Spartaanse koningen in Athene waren ondergebracht).
De jury heeft een plezierige middag beleefd met drie kandidaten van uitzonderlijk niveau, die allen op een ander terrein uitblonken. Bram van Altenborg viel op door zijn ontspannen houding, zijn goede gevoel voor de tekst, de vaardigheid bij het determineren en het gemak waarmee hij de tekst van Hesiodus kon plaatsen. Ella Slot had de tekst buitengewoon grondig voorbereid en legde een grote kennis van de historische achtergrond aan de dag; de passage zelf — inclusief de tekstoverlevering via de handschriften — had zij uitstekend in de vingers. Eline van der Horst liet zien de gelaagdheid van de tekst prima te begrijpen en bleek goed in staat complexe vraagstukken op een frisse manier voor te stellen; ook viel zij positief op door haar liefde voor de dactylische hexameter.
Het is mooi dat de Klassieke Olympiaden ondanks de crisis ook in 2020 doorgang konden vinden. De juryleden hadden de kandidaten graag persoonlijk gefeliciteerd en hopen dat in andere tijden goed te maken.
Einduitslag:
- Ella Slot (Cygnus Gymnasium, Amsterdam)
- Bram van Altenborg (Marnix Gymnasium, Rotterdam)
- Eline van der Horst (Willem Lodewijk Gymnasium, Groningen)
Leiden, 7 juni 2020
Casper de Jonge en Hugo Koning
Zoals gebruikelijk ontvangen de kandidaten een beker, een geldbedrag en een boekenpakket van de Athenaeum Boekhandel in Amsterdam. De wisselbeker zal het komend jaar in Amsterdam staan. Het organisatiecomité zal uitzwermen om een en ander aan de leerlingen uit te reiken.
Het organisatiecomité feliciteert de kandidaten van harte met het behaald resultaat en dankt de beide juryleden voor hun zeer gewaardeerde inzet en hun flexibiliteit om de finale alsnog en online vorm te geven.
18-05-2020
Beste collega’s,
Op 23 maart werd de commissie van de Klassieke Olympiaden overvallen door de intelligente lockdown, slechts enkele dagen voor de finalemiddag. Momenteel richten we ons op de afronding van deze editie. Een finalemiddag is komen te vervallen, maar op 6 juni zullen de finalisten jongeren zich digitaal aan de laatste beproeving onderwerpen. Op de finalemiddag in 2021 zullen we ook aandacht besteden aan hun huldiging.
De voorbije maanden heeft de commissie de hand gelegd aan de pensa voor het schooljaar 2020-2021. Deze zullen uiterlijk 15 juni op onze website gepubliceerd worden. Op het programma staat voor Latijn de Ars Amatoria van Ovidius (I.89-170; III.749-812 / 2.15-22; 2.97-144) met wijze lessen voor mannen en vrouwen om een partner aan de haak te slaan. Voor Grieks lezen de leerlingen Het Symposium of De Lapithen van Lucianus (22-27; 30-32; 34 / 44-48) over een diner gehouden op een bruiloft waar ook de nodige filosofen en andere geleerden aanwezig zijn. Het diner loopt volkomen uit de hand, doordat de vertegenwoordigers van de verschillende filosofische scholen met elkaar op de vuist gaan.
Wij nodigen u als docent van harte uit om deze pensa op te nemen in uw schoolexamens Latijn en Grieks. De teksten zijn voorzien van inleiding, aantekeningen en commentaar. Er is geen vastgesteld tijdsbestek waarbinnen de passages gelezen moeten worden, maar voor een deelname aan de tweede ronde (na kwalificatie in ronde 1) adviseren wij de teksten voor eind januari afgerond te hebben.
Tot 1 juni kunt u nog meedoen aan de quarantainechallenge: maak een mooie/spetterende/ludieke literaire vertaling van onderstaand epigram van Martialis.
Praedia solus habes et solus, Candide, nummos,
aurea solus habes, murrina solus habes,
Massica solus habes et Opimi Caecuba solus,
et cor solus habes, solus et ingenium.
Omnia solus habes ‹nec me puta uelle negare‹
uxorem sed habes, Candide, cum populo.(Martialis, Epigram III.26)
Vertalingen kunt u mailen naar klassiekeolympiaden@gmail.com onder vermelding van “docent”. De meest briljante vertaling krijgt een ereplaats op de website van de Klassieke Olympiaden.
De commissie van de Klassieke Olympiaden
De Klassieke Olympiaden zijn een initiatief van de Vrienden van het Gymnasium, Vereniging Classici Nederland en het Nederlands Klassiek Verbond en worden financieel bijgestaan door Addisco Onderwijs, Athenaeum Boekhandel, Eisma Edumedia, Hermaion, Historische Uitgeverij, Labrys Reizen, Primavera Pers, Staal & Roeland, Ta Grammata en Theatergroep Aluin. Speciale dank gaat uit naar het Gemeentelijk Gymnasium Hilversum en het Rijksmuseum van Oudheden voor het beschikbaar stellen van hun ruimtes.
06-05-2020
Op onze site zijn de juryrapporten van de vertaalwedstrijden Latijn en Grieks voor volwassenen gepubliceerd.
Wij feliciteren:
- Guido Kuijper met de beste vertalingen Latijn en Grieks in de categorie classici
- Arthur Hartkamp met de beste vertaling Grieks in de caterogie niet-classici
Vanwege de fotofinish zowel bij Grieks als bij Latijn heeft de commissie besloten Emgert Zondervan een eervolle vermelding toe te kennen in de categorie classici. Ook aan Remmelt Daalder kent de jury een eervolle vermelding in de categorie niet-classici toe.
06-05-2020
De voorgelegde Latijnse tekst van Geert Grote over de Utrechtse Domtoren was zeker geen gemakkelijke opgave. Het ging om een stilistisch en inhoudelijk veeleisende tekst, met theologisch gefundeerde kritische opmerkingen, en zelfs ironie en spot, over wat tegenwoordig geldt als een nationaal monument. Daarbij komt dat voor een ‘late’ Latijnse tekst zoals deze vrijwel geen hulpmiddelen beschikbaar zijn, anders dan de gewone klassieke woordenboeken en grammatica’s. Gelukkig is een aantal deelnemers de uitdaging van het vertalen aangegaan.
De commissie ontving zes vertalingen van classici en vier van niet-classici. Van de werkstukken van de classici staken er twee duidelijk boven de andere uit. Deze twee werden samen met de beste vertaling van de niet-classici anoniem aan de jury voorgelegd.
De geselecteerde vertaling van de niet-classicus bevat vooral aan het slot een aantal fraaie oplossingen. Zo is ‘redenen die op hun beurt weer uit veel gebreken voortkomen’ een goede keuze voor een lastige Latijnse frase. Ook ‘even laten voor wat ze zijn’ en ‘denk maar aan de zalige Augustinus’ zijn wendingen die de vertaling vaart en charme verlenen. Bijna onvermijdelijk bevat de vertaling ook frasen en zinnen die de kern van het origineel nét niet weergeven of een verkeerd accent leggen. Zo is ‘bedenk eens hoe zinvol die is’ alleen bij herhaalde lezing te interpreteren als ‘bedenk eens wat nu precies het nut is’ (namelijk géén). Ook ‘stijl’ voor structura is bijvoorbeeld niet correct. Als geheel is de vertaling net niet genoeg voor een prijs. Maar een eervolle vermelding verdient deze vertaling van Remmelt Daalder alleszins!
"Tegen de monsterlijke en overbodige toren
Kijk eens heel zorgvuldig, of het je interesseert of niet, naar die enorm hoge toren en bedenk eens hoe zinvol die is: het enige praktische nut dat je kunt bedenken bestaat eruit dat er klokken in kunnen worden opgehangen. Die kunnen trouwens net zo praktisch bevestigd worden in een veel kleinere en lagere toren, dat hebben mensen altijd al gedaan. Dit alles komt van, en leidt tot het kwade. Kwaad dat ontstaat en zal ontstaan in vele vormen, uit die toren, maar ook uit de protserige stijl van deze kerk: ijdelheid, weetgierigheid, praalzucht en hoogmoed.Dat de hoogmoedige bouw van deze toren leidt tot vele zonden
Deze vier ondeugden zijn als broeders van deze toren en de toren zal hen als zijn zonen koesteren. Net zo is die toren voortgekomen uit diezelfde ondeugden, die zich als vaders in de hoofden van de bouwers hebben genesteld. Elke toevallige voorbijganger die de stad nadert, of er op doorreis komt, zal de toren bewonderen als hij de hoogte en omvang ontwaart, en hij zal even stilstaan wanneer hij hem ziet. Hij zal zijn ogen aandachtig laten dwalen over de vele details en proberen na te gaan hoe hoog hij is. Wat hij in zijn weetgierigheid niet zal kunnen begrijpen, zal hij navragen bij de omwonenden. Loftuitingen op de toren zullen weerklinken; dat valt niet te waarderen. De burgers slaan zich zonder reden op de borst, het gewone volk is fier op de toren, de bouwers, die zo goed zijn in dit duivelse werk, evenzeer. Dat geldt ook voor de bouwmeesters van dit bewijs van overmoed.Deze ondeugden zijn de broeders die voortkomen uit deze torenbouw. Ach, hoe zondig is dit allemaal. Als we immers rekenschap geven van elk ijdel woord op de dag des oordeels, hoeveel meer dan zullen wij rekenschap moeten geven van elke ijdele daad, vooral van een daad, zo groot en spilziek, die zoveel tijd bestrijkt en zo groot is. Die daad is niet alleen maar ijdel, maar zondig om vele redenen, redenen die op hun beurt weer uit veel gebreken voortkomen.
Ook als we alle praalzucht en hoogmoed even laten voor wat ze zijn, ook al komen ze veelvuldig voort uit dezelfde torenbouw, zowel bij leken, lekenbroeders als bij geestelijken, dan toch is het niet vrij van zonde om een zo grote permanente steen des aanstoots en ergernis neer te zetten, alleen maar uit weetgierigheid of ijdelheid. Denk maar aan de zalige Augustinus, die in zijn Belijdenissen zichzelf verwijt dat hij een keer in zijn huis te aandachtig naar spinnen heeft gekeken, die vliegen vingen in hun webben."
De twee vertalingen van classici maken beide een goede indruk. De vertaling van Emgert Zondervan blijft daarbij vrijwel steeds heel dicht bij het origineel. De nummering suggereert zelfs een op de voet volgen van de tekst per regel. Mooie vondsten vallen al op vanaf het begin: ‘die nergens goed voor is’, ‘geldverslindende bouw van de kerk’, ‘schone schijn’, en later ook ‘welig tieren’ zijn enkele voorbeelden hiervan. Toch oogt de vertaling ook wat stroef als geheel.
Vergeleken daarmee gaat de vertaling van Guido Kuijper juist een stap verder in trefzeker Nederlands. De korte openingszin ‘Welk nut schuilt er in die abnormaal grote toren?’ zet direct de toon: hier weet de lezer direct dat er felle kritiek gaat komen. De keuze voor kortere zinnen in meer idiomatisch Nederlands, waarbij de complexe Latijnse syntaxis niet nauw wordt gevolgd, levert een vertaling op die meer recht doet aan de intellectuele en satirische kwaliteiten van het origineel. Afgezien van een enkele misser (‘Omdat de bouw... leidt tot veel kwaads’ [in plaats van ‘dat...’], ‘weinig lovenswaardige lofzangen op de toren’ [in plaats van ‘lofzangen op de weinig lovenswaardige toren’]) en soms een mooie maar te vrije weergave (‘versteende torenhoge arrogantie’) is de vertaling adequaat en goed leesbaar. Ze getuigt van vakmanschap én durf. Met genoegen draag de jury deze vertaling voor de prijs voor.
"Tegen de monsterlijke en nutteloze toren
Welk nut schuilt er in die abnormaal grote toren? Het scherpste oog, al is het nog zo nieuwsgierig, kan kijken waar het wil: er is namelijk geen sprake van nut, noch ín, noch dóór de toren. Ja: er kunnen klokken in opgehangen worden, maar die hadden evengoed en naar beschaafd gebruik in een veel kleinere en lagere toren bevestigd kunnen worden.Al wat rest komt voort uit kwaad en dient tot kwaad. Dat ontspringt op veelsoortige wijze en zal nog ontspringen uit zowel de toren zelf als uit de verkwistende bouw van de kerk: ijdelheid, nieuwsgierigheid, snoeverij en arrogantie.
Omdat de bouw van deze hoogmoedige toren leidt tot veel kwaads
Dit zijn de broeders van deze toren, die hij als zonen voortbrengt, zoals de toren zelf uit hén, als zijn vaders, als het ware, ontsproten is aan de geesten van de bouwers.
Elke willekeurige reiziger die de stad nadert of erdoorheen loopt en de hoogte en grootte van de toren eenmaal heeft opgemerkt, zal vol verbazing stilstaan om de toren beter te bekijken. Nieuwsgierig wendt hij zijn blik naar de details, hij poogt naarstig om enormiteit van de hoogte te bevatten. En wat hij met zijn eigen nieuwsgierigheid niet te weten komt, zal hij navragen bij de inwoners.Dan zal men uitbarsten in weinig lovenswaardige lofzangen op de toren: de burgers ontlenen hun trots – al is het ijdel- aan de toren, het volk beroemt zich erop, de bouwers, bedreven als zij zijn in het kwaad, wentelen zich in de roem, net als de opdrachtgevers, de architecten van deze versteende torenhoge arrogantie.
Dit zijn de broeders die uit de bouw van deze toren voortkomen. Ach! Wat een kwaad veroorzaken ze met elkaar! Als wij immers bij het Laatste Oordeel verantwoording moeten afleggen voor elk ijdel wóórd, hoeveel te meer zullen wij ons dan moeten verantwoorden voor elke ijdele dáád? Zeker als het gaat om een daad zó groot, zó verkwistend, zó blijvend en zó ambitieus.
En hier gaat het niet alleen om een ijdele daad, nee: als het gevolg én als de oorzaak van van vele kwaden is het ook een zondige daad. En zelfs als alle opschepperij en trots buiten beschouwing zouden worden gelaten -die deze toren echter wel degelijk teweegbrengt, zowel bij bezoekers als bij leken en geestelijken- dan nog is het louter uit ijdelheid of nieuwsgierigheid plaatsen van zo’n permanente steen des aanstoots en bron van ergernis niet zonder zonde.
En dit is precies waar het om gaat als de Heilige Augustinus zichzelf in de Belijdenissen verwijt dat hij eens met al te veel aandacht had gekeken naar spinnen die vliegen vingen in hun web."
Gezien de kwaliteit van de vertalingen zowel voor Grieks als voor Latijn van Emgert Zondervan heeft de commissie besloten hem een eervolle vermelding toe te kennen.
"Tegen de monsterlijke toren die nergens goed voor is.
Het meest nauwkeurige oog mag met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
naar alle kanten speuren, wat wel het nut mag zijn van die zo buitengewoon hoge
toren, want er wordt daarmee en daardoor geen enkel doel gediend, behalve
dat de klokken erin opgehangen kunnen worden, die net zo goed en pas-
send zoals bij normale mensen in een veel kleinere en la-
gere toren gemonteerd hadden kunnen worden. Al het overige komt dus voort uit
kwaad en leidt tot kwaad, dat in vele soorten ontstaat en zal ontstaan
vanwege die toren, net als vanwege de geldverslindende bouw van de kerk: schone
schijn, nieuwsgierigheid, opschepperij en hoogmoed.Hoezo de hoogmoedige bouw van deze toren tot vele zonden leidt.
Dat zijn de nageboortes van deze toren, die hij als nakomelingen voort
zal brengen, zoals hijzelf door diezelfde ondeugden als door vaders
verwekt is in de breinen van de bouwers. Zodoende zal iedere passant die de stad
bezoekt of op doorreis aandoet, zich bij het zien van deze hoogte en groot-
te verbazen en bij de aanblik van de toren stil blijven staan en zijn ogen
nieuwsgierig rond laten gaan langs elk detail; hij zal de maat van de hoogte pro-
beren te bepalen, en wat hij in zijn nieuwsgierigheid niet zal kunnen
ontdekken, zal hij bij de inwoners navragen. Er zal veel lof zijn voor deze maar
matig te bewonderen toren: de burgers scheppen op, hoe ongegrond ook, het
volk pronkt met de toren, de bouwers, goed in slecht werk, pralen met hun roem,
evenzo ook de bekwame bouwmeesters die het uitgedacht hebben dit toppunt van
hoogmoed te bouwen. Dat zijn de nageboortes die uit deze torenbouw
voortkomen. Ach, wat een ellende bij elkaar! Als we immers
voor elk overbodig woord verantwoording moeten afleggen in het laatste oor-
deel, hoeveel te meer zullen we dan verantwoording moeten afleggen
voor elk overbodig werk, vooral voor een werk dat zo groot en geldverslindend is,
zo tijdrovend en langdurig, en niet alleen overbodig, maar vanwege vele
oorzaken, die uit vele kwaden voortkomen, ook zo zondig. Zelfs
als opschepperij en hoogmoed helemaal buiten beschouwing blijven, die toch
welig zullen tieren vanwege diezelfde toren, zowel bij de bezoekers als bij de leke-
broeders en geestelijken, dan is het toch nog niet vrij van zonde om enkel voor de
nieuwsgierigheid of schone schijn een zo groot en blijvend stuk steen van ergernis,
zo’n steen des aanstoots neer te zetten; de zalige Augustinus klaagt zichzelf in zijn
boek Belijdenissen al aan vanwege het feit dat hij een keer wat al te aandachtig thuis
spinnen heeft zitten bekijken die in hun webben muggen aan het vangen waren."
De commissie dankt alle inzenders voor hun inspanningen en hoopt dat u volgend jaar in nog groteren getale de uitdaging zult aangaan.
06-05-2020
Algemeen
De jury constateert dat de ter vertaling voorgelegde tekst bijzonder uitdagend is. Niet alleen is het een heel poëtische tekst, ook de historische context is van groot belang voor een goed begrip. Des te opvallender is de prestatie van een groot deel van de inzendingen.
De commissie ontving vijf inzendingen van classici, één van een niet-classicus. Van de werkstukken van de classici staken er twee duidelijk boven de andere uit. Deze twee werden samen met de vertaling van de niet-classicus anoniem aan de jury voorgelegd.
Voor de Griekse Olympiade 2020 lijkt het onderscheid in de categorieën classici-niet classici niet relevant. Als de drie vertalingen zonder onderscheid ter beoordeling zouden voorliggen, zou de jury van de drie de voorkeur hebben gegeven aan de vertaling van de niet-classicus, die de classici naar de kroon steekt.
Categorie niet-classici
Natuurlijk zijn er ook op deze vertaling kritiekpuntjes. Soms wordt een element uit het origineel gemist in de vertaling. Zo is κέντρον … λαβών nergens in de vertaling terug te vinden. Een andere keer stuiten we in de vertaling op een element dat in het origineel juist weer niet voorkomt, maar (wellicht door rijmdwang) in de vertaling is ingevoegd. Zo wordt het neutrale ἔχοντας in r. 14 vertaald met “afgemat” om te kunnen rijmen op ‘stad’.
Verder lijkt de weergave van ὅρους door “aanplakborden” in r. 6 een vreemde keuze. Bij de jury althans roept dit Nederlandse woord niet direct de associaties op die met ὅρους verbonden zijn (gaat het soms om een soort reclameborden?).
Maar over het geheel genomen is deze vertaling van Arthur Hartkamp volgens de jury
- bijzonder hoog gegrepen. Het originele aantal van 6 jamben per regel is consequent gehandhaafd. Wel botst het metrum zo hier en daar met de Nederlandse woordaccenten (zoals “inhoúden” r. 18 en “aanschúúrde” r. 21). Bovendien heeft de vertaler ook nog gekozen voor rijmende regels, waarin hij bijzonder goed geslaagd is. De jury is van mening dat dit op de leesbaarheid van de tekst een heel positief effect heeft. Eén enkele regel zonder rijmende pendant (r. 5) doet geen afbreuk aan deze prestatie.
- zeer compact. De vertaler kan zelfs toe met minder regels dan het origineel (met behoud van de meeste beeldende elementen van het Grieks), wat voor vertalingen van klassieke teksten zeer uitzonderlijk is.
"Ik deed beloften in de volksvergadering:
was er één onvervuld bij de beëindiging
van mijn mandaat? Ik roep als mijn getuige aan,
als ik voor Rechter Tijd terecht zou moeten staan,
de Zwarte Aarde, grote moeder van de goden;
ik heb haar aanplakborden, overal verspreid,
verwijderd en haar zo uit slavernij bevrijd.
Vele Atheners, ooit met recht of zonder recht
als slaaf verkocht, of, door hun armoede geknecht,
naar ‘t buitenland zó ver en zó lang uitgeweken
dat zij ‘t verleerden om hun eigen taal te spreken,
bracht ik weer terug naar hun door god gestichte stad.
En hen die hier de slavernij had afgemat,
vernederd door de grillen van hun eigenaren,
heb ik van 't juk bevrijd. Door kracht aan recht te paren
heb ik tot stand gebracht wat ik had toegezegd.
Ik maakte wetten die precies hetzelfde recht
voor iedereen, van elke rang en stand, inhouden.
Een ander had het volk niet in bedwang gehouden:
een onverstandige, hebzuchtige bestuurder,
of één die nu eens tegen de ene groep aanschuurde
dan weer de andere partij had opgevrijd;
tot ware slachtingen zou dat hebben geleid.
Dus heb ik mij in alle richtingen geweerd
zoals een wolf zich tussen honden wendt en keert."
Categorie classici
De keuze tussen de twee voorgelegde vertalingen in de categorie ‘classici’ was zeer moeilijk. De kwaliteit van de vertalingen ontloopt elkaar maar weinig en wordt door de jury in beide gevallen als ‘hoog’ beoordeeld.
Beide vertalers zetten ook hoog in door niet in proza, maar in jamben te vertalen, conform het origineel. In plaats van de 6-voetige jamben van Solon kiest vertaler Guido Kuijper voor 7-voetige jamben, die aan het Nederlands meer ruimte laten, maar wel afbreuk doen aan de compactheid van de formuleringen. Zo is “die had het volk niet in de hand gehad” (vertaling van Emgert Zondervan) heel wat bondiger dan “zo’n man was niet in staat geweest het volk in toom te houden” (Guido Kuijper). Daar staat tegenover dat ook in de 7-voetige versie compacte en pakkende formuleringen aanwijsbaar zijn, zoals “De tijd zal straks mijn rechter zijn.”
Beide vertalers doen recht aan de argumentatie van Solon en zij weten deze na 2,5 millennia nog steeds helder over het voetlicht te brengen.
Beide vertalers zijn er naar het oordeel van de jury in geslaagd de beelden in Solons tekst (zoals de personificatie van de Aarde en de κέντρον in r. 20) ook in het Nederlands geloofwaardig weer te geven. Het krachtige beeld van de wolf tussen de honden uit de laatste regels vindt de jury in de vertaling van Guido Kuijper door “heb ik van mij afgebeten” raker weergegeven dan in de interpretatie van Emgert Zondervan “trok ik mij terug”.
Kortom: we hebben hier te maken met een ‘fotofinish’, maar uiteindelijk valt toch de beslissing en kiest de jury voor de vertaling van Guido Kuijper die iets eigentijdser is van taalgebruik. De voorkeur voor deze vertaling wordt mede ingegeven door een klein aantal iets minder gelukkige formuleringen in de vertaling van Emgert Zondervan (“meest groot” voor de superlativus μεγίστη, “uitzwerming” als lelijk neologisme, “sloeber” dat niet goed past in het taalregister) en door de sterke dramatische en overtuigende opening van de vertaling van Guido Kuijper (“Ik vraag u”).
"Ik vraag u: welke zaak waarvoor ik ’t volk vergaderd had,
heb ik, alvoor ik aftrad, niet trefzeker ook voltooid?
De tijd zal straks mijn rechter zijn, maar voor mij kan getuigen
de zwarte aarde, groot en edel zonder weerga; zíj,
de moeder van Olympisch godenkroost, want eens heb ik
de schuldenlast die alom op haar drukte weggenomen;
in vroeger tijd was zij geknecht maar nu is zij weer vrij.
En velen, al dan niet met recht als slaaf verkocht, heb ik
naar ’t vaderland weer teruggebracht, het goddelijk Athene.
Er waren mensen die door schuld tot vlucht gedwongen waren,
en die het Attisch dialect stilaan waren ontwend,
doordat zij wijd en zijd op drift als ballingen verkeerden;
maar ook die hier in deze stad een schandelijk bestaan
als slaven hadden, trillend voor de luimen van hun meesters -
door mij zijn zij nu vrij. En dit heb ik gedaan met kracht
gepaard aan recht door mijn autoriteit, en zo heb ik
de zaken aangepakt precies zoals ik had beloofd.
Het recht heb ik op iedereen rechtvaardig afgestemd
en ik heb wetten vastgelegd, voor adel én voor ’t volk.
En had een ander man dan ik de handschoen opgenomen,
gedreven én door hebzucht én door onbezonnenheid,
zo'n man was niet in staat geweest het volk in toom te houden.
Want als ik eerst bereid was tot wat één partij behaagde,
en dan weer neigde naar het standpunt van hun aartsrivalen,
ja, dan zou deze stad van vele mannen zijn beroofd.
En dus heb ik naar alle kanten van mij afgebeten,
gelijk een wolf die zich een hondenmeute van het lijf houdt."
Vanwege de fotofinish zowel bij Grieks als bij Latijn heeft de commissie besloten Emgert Zondervan een eervolle vermelding toe te kennen.
"Waar ik het volk voor had bijeengebracht, daarvan
heb ik toch niets herroepen voor het einddoel was
bereikt? Dat kan in het gerechtshof van de Tijd
de godenmoeder der Olympiërs, meest groot
en goed, de zwarte Aarde, ook bevestigen,
wier her en der geplaatste schuldstenen ik ooit
verwijderd heb; voorheen was ze geknecht, nu vrij.
Veel mensen die, legaal of illegaal, verkocht
waren, of onder dwang van armoede gevlucht,
en die het Attisch niet meer spraken door
hun wereldwijde uitzwerming, heb ik terug
naar hier gehaald, hun godgestichte vaderland
Athene; anderen, die hier ter plekke een
onwaardig slavenleven leidden, bevend voor
de grillen van hun meesters, heb ik vrijgemaakt.
Dat heb ik krachtens mijn mandaat gedaan, waarin
ik macht verbond met recht, en ik heb uitgevoerd
wat ik beloofd had: wetten schreef ik net zo voor
de heer als voor de sloeber; onpartijdig recht
bracht ik tot stand. Stel dat een ander, net als ik,
de zweep gepakt had, een kortzichtig man, belust
op winst - die had het volk niet in de hand gehad;
wanneer ik immers toen had willen doen wat aan
de ene groep beviel, en dan weer wat de rest
verzon, was deze stad nu heel wat mannen kwijt.
Zodoende trok ik mij rondom beschermd terug,
zoals een wolf omringd door vele honden doet."
De commissie dankt alle inzenders voor hun inspanningen en hoopt dat u volgend jaar de uitdaging in nog groteren getale zult aangaan.