In de negende Klassieke Olympiade Grieks stond het Symposium van Lucianus centraal. In dit werk, waarover meer in het verslag van de finale, wordt een huwelijksdiner beschreven waarbij een aantal filosofen aanwezig is. In de eerste ronde die op de eigen school plaatsvond, kregen de leerlingen 24 vragen over de passage (ongelezen) over de binnenkomst van een niet uitgenodigde filosoof van de Cynische school. De vragen, voor een groot deel meerkeuze, waren van grammaticale, inhoudelijke en cultuurhistorische aard. Op grond van de door de docenten ingestuurde scores werden 52 leerlingen uitgenodigd voor de tweede ronde. Voor deze ronde lazen de leerlingen 96 regels uit het werk, waarin beschreven wordt hoe een niet-uitgenodigde Stoische filosoof een brief laat brengen waarin hij zijn ongenoegen uit, en welke reacties daarvan het gevolg waren.
Gebruikelijk is dat deze ronde centraal wordt afgenomen in januari, wat vanwege de pandemie, dit jaar onmogelijk bleek. Deze tweede ronde werd daarom ook op de eigen school afgenomen en bovendien pas in de tweede week van maart. Mede daardoor namen uiteindelijk 36 leerlingen deel.
Het eerste deel van de tweede ronde bestond uit het beantwoorden van vragen bij de gelezen tekst. Niet alleen grammatica, stijl en de inhoud van de tekst kwam voorbij; ook etymologie maakte deel van de toets: wist u dat de woorden ‘farmaceut’, ‘gynaecoloog’ en ‘xenofobie’ alle een Griekse oorsprong hebben?
Voor het creatieve gedeelte van het examen heeft een deel van de leerlingen beschreven hoe zij de gelezen passage zouden willen verfilmen. Dat leverde ook een aantal mooie tekeningen op. Bij de andere keuzemogelijkheid schreven leerlingen met Lucianus als herkenbaar voorbeeld een 21e-eeuws Symposium, hetgeen een aantal fraaie ruzies over allerlei hedendaagse onderwerpen opleverde.
Uiteindelijk werden op grond van het totaal van de tweede ronde drie kandidaten uitgenodigd voor de finale. Omdat de feestelijke finale in april helaas niet kon doorgaan, hebben de juryleden zich wederom bereid verklaard tot een online-gesprek.
Hieronder volgt hun verslag.
Voor de finale Grieks moesten de drie kandidaten deze keer een passage voorbereiden uit Lucianus’ Symposium, ook bekend onder de titel Lapithen en Centauren. Het werk van Lucianus van Samosata (125-180 n. Chr.) wordt traditioneel gerekend tot de Tweede Sofistiek, de culturele beweging van rondreizende intellectuelen tussen de eerste en derde eeuw n. Chr. Kenmerkend voor deze periode is het nadrukkelijke teruggrijpen op de Griekse literatuur van de archaïsche en klassieke Griekse periode. Lucianus’ Symposium is daarvan een goed voorbeeld. De titel alleen al lijkt te verwijzen naar het beroemde Symposium van Plato. Net als bij Plato portretteert Lucianus een gezelschap van geleerde feestgangers, die intellectueel met elkaar wedijveren. Maar waar het bij Plato allemaal redelijk netjes blijft, daar loopt het bij Lucianus finaal uit de hand. De filosofen van zijn Symposium, die behoren tot verschillende Hellenistische scholen (Stoa, Epicurisme, Cynisme, en de Peripatos) vliegen elkaar letterlijk in de haren, en slaan de schedel in van de bruidegom bij wiens huwelijk zij te gast zijn. Daarnaast vertonen de filosofen grensoverschrijdend gedrag dat in het #MeToo-tijdperk ongenoemd moet blijven. Behalve naar Plato verwijst Lucianus ook naar andere bekende teksten: hij citeert verzen uit Homerus’ Ilias, waardoor de strijd tussen de filosofen een epische kleuring krijgt. En hij citeert verzen die voorkomen aan het slot van verscheidene tragedies van Euripides. Met alle intertextuele allusies creëert Lucianus een absurdistisch theater waarin de filosofen te kijk worden gezet: niet alleen houden zij zich niet aan hun eigen voorschriften (de Stoicijnen beheersen zich allerminst, maar geven zich juist over aan allerlei driften), maar ook blijken zij, ondanks al hun disputen, bar weinig van elkaar te verschillen.
De kandidaten moesten een stuk van de tekst voorvertalen, partikels verklaren en lastige werkwoordsvormen benoemen. Maar ook werden zij uitgedaagd om deze Griekse tekst in de intellectuele en historische context van de Romeinse Keizertijd te interpreteren. Zoals gewoonlijk had de jury ook dit jaar weer twee verrassingen in petto. De kandidaten moesten enkele verzen uit Homerus vertalen, die door Lucianus in zijn Symposium werden aangepast. Hoe konden de verschillen worden verklaard? Daarnaast was er een visuele opdracht: wie kon de beeldengroep identificeren die het fronton van de Zeustempel in Olympia siert? Inderdaad: dit zijn de Lapithen en Centauren. Lucianus vergelijkt het gevecht tussen zijn feestende filosofen namelijk met de beroemde strijd die uitbrak bij het huwelijk van Peirithoös en Hippodameia. Daarbij lijken de filosofen eerder op de barbaarse Centauren dan op de beschaafde Lapithen.
Rest de vraag (ook voor de kandidaten) of deze tekst wel past bij het thema van de Week van de Klassieken 2021, ‘De inclusieve oudheid’. Het antwoord is nee: het gevecht van oude mannen met baarden, die zich zachtgezegd nogal vrouwonvriendelijk gedragen, is weinig verheffend. Maar het antwoord is misschien toch ook ja, zoals enkele kandidaten wisten te vermelden: de schrijver Lucianus kwam zelf uit Syrië en drijft hier de spot met een typisch Grieks verschijnsel, dat ook in de Romeinse Rijk bleef bestaan - het symposium en de twisten van intellectuele praatjesmakers. Deze blik van buiten toont dus op een bepaalde manier wel de enorme diversiteit van de antieke wereld.
Zoals ieder jaar werden de juryleden weer getrakteerd op een drietal mooie gesprekken met interessante kandidaten. Pepijn Neger (Stedelijk Gymnasium Breda) schoof als eerste aan. Hij liet tijdens het interview een grote gevoeligheid zien voor de tekst en de betekenis. Als een erudite fijnproever van het Grieks wist hij veel te vertellen over de politieke en maatschappelijke context van de tekst en legde hij uit hoe Lucianus’ verhaal duidelijk liet zien hoe arbitrair de verschillen tussen de filosofen zijn. De juryleden hadden daar veel waardering voor, net als voor het overduidelijke plezier dat Pepijn aan de tekst beleefd had.
De tweede kandidaat was Emma Vinkenoog (Spinoza Lyceum). Zij had de tekst uitstekend voorbereid en kon sneller door de tekst heen vertalen dan de juryleden konden lezen. Emma bleek een kei in vormleer, en bleek ook met het onverwachte stukje Homerus goed uit de voeten te kunnen. Ook Emma kon het Symposium goed in tijd en plaats situeren, en wist enkele fraaie inhoudelijke en formele overeenkomsten met Plato’s werk te noemen.
Ella Slot (Cygnus Gymnasium) sloot de rij. Zij kon niet alleen foutloos en vlot vertalen, maar maakte vooral indruk met de encyclopedische kennis van zo ongeveer alle realia in de tekst. Bovendien bleek zij in staat een welhaast wetenschappelijke introductie te geven op de Tweede Sofistiek en Lucianus. De juryleden waren daarvan zeer onder de indruk.
Uiteindelijk kwam de jury tot het volgende oordeel:
- Ella Slot (Cygnus Gymnasium)
- Emma Vinkenoog (Spinoza Lyceum)
- Pepijn Neger (Stedelijk Gymnasium Breda
De jury wenst alle kandidaten geluk met hun mooie prestaties en verdiende prijzen!
Casper de Jonge
Hugo Koning
Bij de prijsuitreiking was ook een lid van de Olympiade-commissie aanwezig (Tinka Muthert van de VCN) die de gewonnen bekers via de online kanalen in elk geval alvast kon tonen. We hopen dat de finalisten van 2020 en 2021volgend jaar alsnog naar het RMO kunnen komen om met de jury en de finalisten van 2022 te proosten op hun welverdiende prijzen.
Zoals gebruikelijk ontvangen de kandidaten een beker, een geldbedrag en een boekenpakket van de Athenaeum Boekhandel in Amsterdam. De wisselbeker zal het komend jaar in Amsterdam blijven staan. Het organisatiecomité zal uitzwermen om een en ander aan de leerlingen uit te reiken. Niet onvermeld mag blijven dat Emma Vinkenoog en Pepijn Neger ook deelnamen aan de finale Latijn.
Het organisatiecomité feliciteert de kandidaten van harte met het behaald resultaat en dankt de beide juryleden voor hun zeer gewaardeerde inzet en de wijze waarop zij nu al voor de 8e keer en voor de 2e keer online de finale vorm hebben geven.