In de twaalfde Klassieke Olympiade stonden de brieven van Plinius de Jongere centraal. In de eerste ronde die op de eigen school werd afgenomen, kregen de leerlingen brief I.24 voorgelegd. Deze brief is gericht aan Plinius’ vriend Baebius. Een vriend van die Baebius wil een landgoed verkopen en Tranquillus, een andere vriend van Plinius, wil dat landgoed graag kopen. Daarom vraagt Plinius aan Baebius om zich ervoor in te spannen dat het landgeod voor een redelijke prijs gekocht kan worden. Over deze tekst werden 20 vragen gesteld, voor een groot deel meerkeuze, van grammaticale, inhoudelijke en cultuurhistorische aard. Het aantal deelnemers was exact gelijk aan dat van vorig jaar (567) en dit jaar was de gemiddelde score 53%, verheugend hoger dan vorig jaar met 46,7%
Op basis van de ingezonden scores werden van de 567 deelnemers er 58 uitgenodigd voor de tweede ronde. Voor deze ronde lazen de leerlingen een pensum van 5 brieven: een brief over het aantrekkelijke leven op zijn buitenverblijf waar hij zich rustig kan wijden aan studie en literaire activiteit; een brief aan de bekende geschiedschrijver Tacitus met de vraag of hij een geschikte kandidaat weet om docent te worden in Plinius’ geboorteplaats Como, waar de studenten nu gedwongen zijn om in Milaan te gaan studeren; een brief aan zijn vrouw Calpurnia die voor haar gezondheid weg is uit Rome, terwijl hij zelf niet weg kan en haar enorm mist; tenslotte een brief die Plinius als gouverneur in Klein-Azië stuurde aan keizer Trajanus met de vraag hoe hij moet handelen met betrekking tot gestraften die om onduidelijke redenen hun straf niet geheel hebben vervuld; het antwoord van Trajanus vormde het slot van het pensum.
De tweede ronde werd centraal afgenomen in het Cygnusgymnasium in Amsterdam. Helaas moesten, zoals elk jaar, om allerlei redenen een aantal leerlingen afzeggen, zodat uiteindelijk 44 leerlingen daadwerkelijk deelnamen. Dankzij de sponsoring van Examnet.nl werd deze ronde digitaal afgenomen. In het eerste deel kregen de kandidaten vragen te beantwoorden over een delen van de brieven aan Tacitus en Trajanus. Tekstbegrip, inhoud, stijl, grammatica en culturele achtergronden kwamen daarbij aan bod.
In één van de creatieve opdrachten moesten de leerlingen een brief schrijven aan Plinius om hem uit te leggen hoe het Nederlandse onderwijssysteem in elkaar steekt en overeenkomt of afwijkt van het systeem dat Plinius kent, waarbij ook het fenomeen van bijlessen en huiswerkbegeleiding. Bij de andere opdracht die leerlingen konden kiezen, moesten zij zich voorstellen dat Plinius dankzij een tijdmachine een dag met hen zou meebeleven, inclusief school, hobby, social media etc. Ook moesten zij beschrijven hoe Plinius daarop zou reageren.
Uiteindelijk werden op grond van het totaal van deze tweede ronde drie kandidaten uitgenodigd voor de finale. Deze kon weer plaatsvinden in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden, waar zij werden ondervraagd door twee universitaire docenten. Hun verslag volgt hieronder.
De drie finalisten Latijn van 2024 waren Christiaan Tjong Tjin Tai van Gymnasium Haganum te Den Haag, Linde Sikkenga van het Stedelijk Gymnasium te Breda en Margot Leemhuis van het Praedinius Gymnasium te Groningen. Elk jaar blijkt weer hoe getalenteerd en creatief de leerlingen zijn die deelnemen aan de Klassieke Olympiaden. De juryleden vonden het een voorrecht om met elk van de finalisten een half uur van gedachten te mogen wisselen over Latijnse teksten die ze vooraf hadden kunnen bestuderen. Dit jaar bestond het pensum uit een aantal brieven van Plinius de Jongere (62-113 n.Chr.), waaronder een brief aan zijn vrouw Calpurnia (VI.7), een brief over de renovatie van een oude tempel (IX.39) en een brief over de opvoeding van pubers (IX.12). Het gesprek concentreerde zich vooral op een brievenpaar uit het tiende boek: een brief aan Trajanus waarin Plinius de keizer vraagt hoe hij moet omgaan met twee tirones die servi blijken te zijn, plus de schriftelijke reactie van de keizer op deze vraag (X.29 en 30). We hebben de finalisten gevraagd om het Latijn voor te lezen, om te vertalen en vragen gesteld over de grammatica, de inhoud en de historische context. Tot slot hebben we de finalisten gevraagd om een korte ongeziene brief van Plinius te vertalen (op basis van een wetenschappelijke teksteditie).
Eerste prijs: Christiaan Tjong Tjin Tai
Christiaan las snel en moeiteloos een brief voor van Plinius, waaruit zonder twijfel begrip voor de inhoud naar voren kwam. Vervolgens kon hij een andere brief vlot en foutloos voorvertalen. Het gesprek richtte zich zo al snel tot meer interpretatieve kwesties, zoals de opvallende afwezigheid van een groet aan het begin. Ook bij een meer taalkundige vraag over de variatie in voorzetselgebruik tussen twee brieven, bleek hij over goede intuïtie te beschikken. Soeverein vertaalde hij tot slot een kort briefje van Plinius dat hij niet eerder had gezien, waarmee hij liet zien zich niet te laten afremmen door wat hij misschien niet weet, maar nieuwsgierig en gedreven een poging doet een tekst te doorgronden. Kortom, we zagen een kandidaat met een grote focus en enorme kennis en feliciteren hem graag met de eerste prijs.
Tweede prijs: Linde Sikkenga
Linde nam voor de tweede keer deel aan de finale van de Klassieke Olympiade Latijn, een uitzonderlijke prestatie die aangeeft hoeveel zij in haar Latijnse mars heeft. Het was een genoegen om met haar over de tekst te spreken, mede omdat zij een heel ontspannen indruk maakte. Haar vertaling was soepel en ook op grammaticale vragen gaf zij moeiteloos antwoord. Op meer taalkundige vragen, over bijvoorbeeld woordvolgorde of het mogelijke verschil tussen de voorzetsels penes en ad, kwam zij met intelligente en creatieve suggesties. Ook van de inhoud en de context van de brieven had zij een goed beeld. Aan de hand van de ongeziene tekst demonstreerde zij haar vermogen om logisch en systematisch te vertalen en betoonde zij zich heel nieuwsgierig naar alle informatie in het kritisch apparaat.
Derde prijs: Margot Leemhuis
Het was de jury direct duidelijk dat Margot een heel goede leerling is die in staat is gedegen over de interpretatie van teksten na te denken. Ook bleek bij het gesprek dat Margot uitstekend op de hoogte is van de conventies van tekstuitgaven en die te kunnen relateren aan de praktijk van handschriftoverlevering. Toen we Margot een briefje van Plinius voorlegden dat ze niet vooraf had kunnen bestuderen, bleek ze ook over goede vertaalvaardigheden te beschikken. Kortom, het was een interessant en plezierig gesprek.
Lidewij van Gils (Universiteit van Amsterdam)
Jörn Soerink (Universiteit Leiden)
Het organisatiecomité feliciteert de kandidaten van harte met het behaalde resultaat en dankt de beide juryleden voor hun zeer gewaardeerde inzet en de wijze waarop zij de finale vorm hebben gegeven.