Juryrapport Grieks volwassenen 2021-2022

1e plaats classici: Bertie Bik-Huls
2e plaats classici: Christian Caspers

Niet classici: Robin Bergman, enige niet classicus maar zijn vertaling heeft het de jury nog heel lastig gemaakt, daarom is besloten hem apart een prijs toe te kennen.

Algemeen
De opgave die dit jaar ter vertaling is voorgelegd, is niet gemakkelijk. In de eerste plaats is deze keer gekozen voor poëzie, dus een metrische tekst. Dat plaatst de vertaler meteen voor allerlei lastige keuzes. Daarnaast is het een toneeltekst, dus gesproken woord. Ook dat gegeven stelt zijn eigen eisen. En dan gaat het er ook nog om de situatie die wordt uitgebeeld en de persoon van de spreker tot hun recht te laten komen in het Nederlands. Al met al dus geen eenvoudige opgave. De finalisten hebben, naar het oordeel van de jury, op al deze gebieden knappe prestaties geleverd.
 
De twee vertalingen van de classici die om de krans strijden zijn 1 en 2. Vanwege de buitengewoon prettig leesbare jamben en de evenwichtige stijl heeft de jury na lang wikken en wegen besloten de eerste prijs toe te kennen aan vertaling 1. Het is een ware fotofinish met vertaling 2 op de tweede plaats.

Categorie niet-classici: Robin Bergman
Deze vertaling is, heel ambitieus, in vijfvoetige jamben gesteld. Over het algemeen zijn de verzen metrisch goed geslaagd, maar niet altijd lopen ze even soepel, zoals in r. 21 (waar de laatste lettergreep gemist wordt), r. 28, r. 31. Metrisch gezien is het ook merkwaardig, dat de vertaler in r. 4 kiest voor de notering "het" (waardoor de regel een lettergreep te veel bevat), maar in r. 20 juist het onzijdige lidwoord afkort en "'t zicht" schrijft (waardoor daar een lettergreep te weinig is).

Van alle voorgelegde vertalingen is deze het meest nauwgezet in het volgen van de Griekse tekst. Dat blijkt al uit het getrouw overnemen van de repetitio van αἶρε in de eerste regel en ook in het vervolg uit het zo precies mogelijk volgen van de regelinhoud van de Griekse tekst. De toonzetting van de vertaling is enigszins gedragen, met woorden als "verwittig" en "barse spot", wat je bij een ruwe bonk als Aias in deze omstandigheden misschien niet zo zou verwachten.

De jury zou deze vertaling willen kwalificeren als een degelijke, compacte en goed begrijpelijke weergave van het Grieks met metrische kwaliteiten. Daarnaast wijst de jury op een aantal, om uiteenlopende redenen, minder geslaagde passages:

  • In r. 13-14 zijn enige inhoudelijk onnodige aanvullingen gebruikt (‘die gezworen’, ‘wel’) en ook lopen deze regels metrisch niet fijn.
  • In r. 29 lijkt "pronken met" geen juiste vertaling van τίθημι.
  • In r. 30-31 vindt de jury de uiteenplaatsing van ‘pak ... beet’ nogal storend. Ook metrisch hapert regel 31 nogal.

Alles bij elkaar genomen verdient deze vertaling toch zeker een prijs in de categorie nietclassici.

"Til ‘m op, til ‘m op naar mij: hij vreest toch niet
bij ’t zien van deze pas voltrokken moord
als hij mijn naam rechtmatig heeft geërfd.
Maar nu is het zaak om hem met harde hand
te drillen, vormen naar zijn vaders beeld.

Ach zoon, word rijker aan geluk dan ik  
maar verder net als ik, onmogelijk laf.
Zelfs nú kan ik je hier nog om benijden,
dat jij van die ellende niets beseft.
Uit onbegrip bestaat de zoetste leeftijd,
totdat je leert van blijdschap en verdriet.
Wanneer die tijd gekomen is, toon dan
bewijs bij die gezworen vijanden
uit wat voor hout je wel gesneden bent.
Geniet nu eerst een zorgeloze jeugd,
voed een nog jonge ziel en moedervreugd.
Geen Griek, weet ik, zal jou, met barse spot
beledigen, al ben je ver van mij.
Daarom zorg ik dat Teukros, over jou
zal waken, ook al is hij uit ‘t zicht,
omdat hij jacht maakt op de vijand.
Maar jullie, schilddragers, u, mariniers
vraag ik nu dringend samen om een gunst.
Verwittig hem van mijn bevel, zodat
hij ’t kind brengt naar mijn ouderlijk huis
en hem daar laat zien als degene die
voor hen tot op hun oude dag zorg draagt.
Geen kamprechter noch mijn lasteraar
zal pronken met mijn wapens bij het volk.
Pak jij alleen mijn schild, Eurysakes,
waarnaar je bent vernoemd, beet, dat schild,
massief en zevenlaags, strak vastgegespt.
Al ‘t andere gaat mee met mij in ’t graf.

Maar neem nu zo snel mogelijk het kind
op thuis, de deur op slot, en huil niet zo
hier buiten! Vrouwen zijn te snel geroerd.
Nu stil! Een wijze arts bezweert toch ook
niet ’n wond, als die om opereren vraagt!"
(Robin Bergman)

 

Categorie classici
De keuze tussen de drie voorgelegde vertalingen in de categorie classici was niet eenvoudig. Alle drie zijn ze in goed en begrijpelijk en ook in eigentijds Nederlands gesteld en doen ze recht aan de Griekse tekst. Twee vertalingen hadden om te beginnen wel een streepje voor, omdat de vertalers zich hebben gewaagd aan een weergave in (geslaagde) jamben. Aan één van die twee vertalingen heeft de jury na lang wikken en wegen uiteindelijk de eerste prijs toegekend.

Vertaling 1 van Bertie Bik-Huls is een buitengewoon soepel lopende tekst in consequent volgehouden zesvoetige jamben, conform het Griekse origineel. Een knappe prestatie. Het Nederlands is een correcte weergave van het Grieks in een evenwichtige stijl, met een licht poëtische inslag door bijvoorbeeld alliteraties als "leren lagen" in r. 33 en "steek … sterk" in r. 34. Het toevoegen van een voetnoot bij de naam Eurysaces vindt de jury een verstandige zet.
 
Twee aanmerkingen wil de jury wel plaatsen:

  • de Nederlandse weergave van de regels 554-555 zijn in de ogen van de jury minder geslaagd om minstens drie redenen. Bij φρονεῖν lijkt het in dit geval meer te gaan om "begrijpen" of "beseffen" dan om "denken"; de verwijzing door het woordje "dat" is enigszins vaag; en de formulering "wanneer je dat bereikt hebt" lijkt te suggereren dat het om iets gaat dat nastrevenswaard is.
  • de weergave van r. 569 door "mijn beide ouders" vindt de jury erg kort door de bocht. De inkleuring van de tekst door het noemen van de eigennamen komt zo geheel te vervallen.

"Til hem maar op en breng hem hier, want schrikken zal
hij denk ik, niet van deze verse slachtpartij,
als hij toch echt een zoon van mij, zijn vader is.
Hij moet gelijk maar wennen aan zijn vaders rauw
gedrag en er voor zorgen dat hij op hem lijkt.

Mijn zoon, ik wens je meer geluk toe dan ik kreeg,
maar wees in heel de rest je vaders evenbeeld.
Een slechte man word je dan den ik, zeker niet.
Hierom benijd ik je nu al, dat jij geen weet
zult hebben wat voor gruweldaad hier is begaan.
Om niet te kunnen denken is het mooiste lot
totdat je vreugde en verdriet in ’t leven leert.
Wanneer je dat bereikt hebt, zul je laten zien
aan elke vijand wat voor zoon je bent van wat
voor vader. Huppel zo lang nog maar vrolijk rond,
dan groeit je jonge ziel, je moeder hier, tot vreugd.
Als ik er niet meer ben, dan zal geen enkele Griek
je pijn doen met een schamper woord, o, zeker niet!
want ik stel Teukros als beschermer voor jou aan.
Hij zal een goede voogd zijn, ook al is hij nu
ver weg vanhier naar vijanden op jacht gegaan.

Maar u, mijn wapenbroeders, mannen van de zee,
u allen draag ik op, als vriendendienst aan mij,
om hem mijn opdracht door te geven, dat dit kind
door hem mee naar mijn huis teruggenomen wordt
en aan mijn beide ouders wordt gepresenteerd
zodat hij tot hun dood toe voor hen zorgen zal.

Geen wedstrijdjury zal, en zéker niet die mij
te gronde heeft gericht, mijn wapenrusting als
de prijs uitloven voor een Griekse kampioen.

Maar jij, mijn zoon, Eurysaces, pak aan dit schild,
je bent ernaar vernoemd, en houd het stevig vast.
’t Is ondoordringbaar, zeven leren lagen dik,
en steek je armpje door de sterk genaaide band.

Mijn andere wapens moeten met me mee in ’t graf.

Maar, neem dit kind nu van mij over, gauw, en ga
naar binnen, stort geen tranen in het openbaar.
Wat is het vrouwvolk altijd toch emotioneel!
Schiet op, ga weg! Een goede dokter is het niet
die toverspreuken prevelt en niet het mes hanteert."
(Bertie Bik-Huls)

 

Vertaling 2 van Christian Caspers is een heel compacte, aansprekende tekst met een aantal originele vertaalvondsten (zoals bijvoorbeeld "niet dat ik het jou niet gun" voor καίτοι σε τοῦτό γε ζηλοῦν ἔχω). Ook deze vertaler heeft gekozen voor een weergave in jamben, maar met vijf jamben per regel (hoewel r. 4 maar vier jamben heeft). Daardoor wint het Nederlands aan geserreerdheid en directheid, wat ook goed past bij het karakter van Aias. Enige moeite heeft de jury met de vaker terugkerende afkortingen als ‘k, ‘t, ‘n.
 
Ook bij deze vertaling wil de jury graag twee aanmerkingen maken:

  • in r. 2 lijkt "vers geronnen" een (onbedoelde?) contradictio in terminis.
  • de keuze voor grote directheid in de formulering leidt in de ogen van de jury soms tot storende stijlbreuken, doordat woorden uit verschillende stijlregisters gebruikt worden. Voorbeelden van zulke uit de toon vallende woorden zijn "bodyguard" (r. 20), "oudedagsverzekering" (r. 28, anachronistisch), "vort" (r. 36), "sjoege" (r. 10, overigens meestal in verwijtende zin gebruikt), "mama" (r. 27, te vertrouwelijk; het meer neutrale "mijn moeder" zou metrisch ook goed gepast hebben), "porpax" (r 34, onverklaarde technische Griekse term).

"Aias:
Ja dank je, geef maar hier dat joch, ’t kan heus
wel tegen ’n beetje vers geronnen bloed,
of anders zou ’t zijn vaders zoon niet zijn.
’t Wordt ook hoog tijd dat hem wat van
mijn brute instelling wordt bijgebracht
en hij zijn vaders stiel krijgt aangeleerd.
     Ik wens je minder tegenslag, mijn jong,
maar verder, word maar net zo’n bink als ik.
Niet dat ’k het jou voor nu niet gun dat je
geen enkel sjoege van mijn zorgen hebt.
’t Is fijn, zo’n argeloos bestaan voordat
je kennis krijgt aan vreugde en verdriet,
maar al te gauw komt het moment dat jij
je vaders vijanden je afkomst en
je eigen aanleg te bewijzen krijgt.
Nee, wees zolang maar lekker kind en leef
van de lucht, zoals je moeder het graag ziet.
Geen Griek die ’t in zijn hoofd haalt jou
ook zonder mij erbij iets aan te doen
met ’n bodyguard als Teukros in de buurt,
die nu op pad is – ’n razzia – maar die
ik met de zorg voor jou belasten zal.
     Of wacht, ik maak dat de gedeelde taak
van jullie allemaal, mijn hele crew;
zeg hém dat hij op last van mij het joch
naar huis brengt en aan Telamon laat zien
en aan mama – aan Eriboia, ja; het zal
voor hen een oudedagsverzekering zijn.
En ook, dat niet een wedstrijdcomité
(laat staan mijn kwelgeest!) straks mijn wapentuig
verkwanselt aan de Griekse legermacht.
Mijn sterke zeven lagen dikke schild
waarnaar je heet, Eurysakes – ja, pak
’t maar bij zijn fraaie porpax – ’t is voor jou.
De rest van ’t tuig gaat met me mee in ’t graf.
     Nou, vort, neem aan dat kind en ga dan gauw
naar binnen. En geen geweeklaag voor de tent!
Bah, vrouwen. Dreinen is wat ze ’t allerliefste doen.
Deur dicht, zei ik! Een goede arts bezweert 
een wond niet met z’n mond maar grijpt naar ’t mes."
(Christian Caspers)

 

Vertaling 3 van Guido Kuijper vindt de jury een prima weergave van het Grieks. De tekst is in proza gesteld, waardoor de vertaler voor zich meer vrijheid creëert in de Nederlandse weergave, maar houdt zich zoveel mogelijk aan de Griekse regelindeling. Een positieve vondst is de toevoeging van regie-aanwijzingen, verstandig en nuttig bij een toneeltekst. De jury denkt echter dat de eerste regie-aanwijzing in de woorden van Aias ("wijst op zijn gezicht") niet correct is. Het gaat immers om de aanblik van de gedode schapen die overal in het rond liggen.
 
Een drietal opmerkingen bij deze vertaling:

  • Ondanks de keuze voor een proza-vertaling ontbreekt het poëtisch element niet. Een mooi voorbeeld is de weergave van κούφοις πνεύμασιν βόσκου: "laaf je aan de lichte bries".
  • Ook de nadrukkelijke weergave van de twee ontkenningen in r. 560 door de herhaling "nooit, nee, nooit" springt er in positieve zin uit in vergelijking met de andere vertalingen.
  • De originele interpretatie van κοινὴν (τήνδε χάριν) in r. 566 door "om mij, om óns, deze gunst te bewijzen" vindt de jury best interessant (hoewel nog niet overtuigend).
  • Ook origineel, maar wel erg vrij weergegeven zijn de woorden κάρτα τοι φιλοίκιστον γυνή "vrouwentranen, een cent de emmer").

"[Tecmessa staat met Ajax voor de barak.
Een dienares komt met Eurysaces aan de hand naar Ajax.]
Aj.     Til hem op, geef hem hier. Hij zal heus niet schrikken
bij de aanblik van dit [wijst op zijn gezicht] versvergoten bloed -
niet als hij inderdaad mijn zoon is en hij naar zijn vader aardt.
Nee: hij moet zo snel mogelijk gedrild worden naar de harde codes
van zijn vader en in karakter tot mijn evenbeeld worden gevormd.
[Ajax neemt zijn zoon op de arm en spreekt hem toe.]
Zoon, ik hoop dat je gelukkiger wordt dan je vader,
maar voor het overige gelijk; dan zul je denk ik geen slecht mens zijn.
Toch benijd ik je ook nu al, en wel hierom:
je hebt nog geen enkel besef van dit soort ellende.
Het beste leven is immers het leven in totale onwetendheid,
maar dat eindigt wanneer je vreugde en verdriet leert kennen.
En wanneer dat moment komt, moet jij er stáán, te midden van
je vaders vijanden; laat ze zien wat voor kerel je bent: mijn zoon.
Maar tot dan: laaf je aan de lichte bries en laat je jonge leven,
bron van vreugde voor je moeder hier, tot bloei komen.
Nooit, nee, nooit -dat weet ik zeker- zal een Griek jou kwetsen
met hatelijke beledigingen, ook al ben ik er niet meer voor je.
Daar zal je oom Teucer wel voor zorgen: aan hem vertrouw ik
jouw opvoeding toe; met totale toewijding zal hij over je waken -
al is hij op dit moment ver weg, op jacht naar de vluchtende vijand.
[Ajax spreekt het koor toe.]
Maar op jullie, mijn wapenbroeders, zeesoldaten, doe ik
een dringend beroep, om mij, om óns, deze gunst te bewijzen:
     Stel Teucer op de hoogte van mijn laatste wensen: dat hij,
     ten eerste, mijn zoon hier naar mijn huis zal brengen
     om hem aan Telamon en mijn moeder Eriboea voor te stellen,
     opdat hij hun oude dag tot het laatst toe zal verlichten.
En ten tweede dat mijn wapens niet als prijzen worden uitgeloofd
aan Grieken, en zeker niet aan de man die mij te gronde heeft gericht.
[Tegen Eurysaces, wijzend op zijn schild.]
Maar jij, mijn zoon: neem dit brede schild waarnaar jij vernoemd bent,
Eurysaces, met zeven runderhuiden bekleed, ondoordringbaar.
Hanteer het, met je arm gestoken door de stevig bevestigde band.
Mijn andere wapens zullen straks samen met mij begraven worden.
[Tegen Tecmessa]
Maar vooruit nu: pak dit kind van mij over, ga naar binnen
en sluit de deur. Ik wil voor mijn barak geen jankscènes hebben.
Werkelijk: vrouwentranen, een cent de emmer.
Doe de deur nú dicht! Een kundig arts past het niet
bezweringen aan te heffen als de kwaal vraagt om het mes."
(Guido Kuijper)