Heracles op de Driesprong
Verslag Finale Klassieke Olympiaden Grieks, 9 april 2016
De Grieken hielden van helden, en de allergrootste held was natuurlijk Heracles. In de oudheid werd Heracles niet alleen geroemd om zijn lichaamskracht, maar ook om zijn verstand, ingetogenheid en doorzettingsvermogen. Heracles was dus niet alleen het voorbeeld voor atleten en krachtpatsers, maar ook voor filosofen. Op een belangrijk moment in zijn leven had hij immers de juiste beslissing genomen, toen hij moest kiezen tussen twee vrouwen met betekenisvolle namen: Aretê en Eudaimonia, die ook wel Kakia wordt genoemd... De eerste vrouw was bescheiden, verstandig en ingetogen, en ze droeg een wit gewaad. De tweede vrouw was vlezig, verleidelijk, schaars gekleed, en opgemaakt; met haar wijd opengesperde ogen bekeek ze voortdurend zichzelf.
In de Memorabilia zegt Xenophon dat Socrates het verhaal van Heracles op de tweespong vertelt zoals hij het van de sofist Prodicus had gehoord. Socrates vertelt het verhaal aan Aristippus, een hedonist, die met het verhaal wordt aangemoedigd om voortaan een goed en deugdzaam leven te leiden. Of het verhaal bij Prodicus ook zo’n eenduidige boodschap had (kies voor Deugd!) weten we echter niet: het is goed mogelijk dat de vrouwen bij Prodicus twee gelijkwaardige alternatieven representeerden; voor elk van beide keuzes valt immers wel het een en ander te zeggen.
De drie finalisten van de Klassieke Olympiaden 2016, Victorine Buiten, Imme Laseur en Lisanne Overduin, werden ieder een half uur mondeling ondervraagd over deze spannende tekst van Xenophon. Zij moesten niet alleen een substantieel gedeelte van de tekst in het Nederlands vertalen, maar ook vragen beantwoorden over de filosofische, taalkundige en retorische aspecten van het verhaal. Welke argumenten gebruiken de twee vrouwen? Hoe worden zij gekarakteriseerd? Welke betekenis heeft het dat de sofist Prodicus, de uiteindelijke bron van het verhaal, gespecialiseerd was in semantiek en het onderscheiden van woordbetekenissen? Bovendien toverden de juryleden nog een konijn uit de hoge hoed: een paar beroemde verzen uit Hesiodus’ Werken en Dagen, waarin twee paden worden beschreven: het steile en lange pad omhoog, en het vlakke, korte pad dat naar slechtheid leidt. De kandidaten werden uitgenodigd te reflecteren over de mogelijke intertekstuele verbanden tussen Hesiodus en Xenophon. Ten slotte was er ook aandacht voor de keuze van Heracles: is het eigenlijk wel zo duidelijk welke keuze hij moet maken? Is er niet óók iets te zeggen voor het ‘slechte’ levenspad? Over deze kwestie verschilden de kandidaten duidelijk van mening met elkaar.
De tweekoppige jury had dan ook een zware middag. Niet twee, maar drie indrukwekkende vrouwen stonden voor hen: de juryleden begrepen plotseling waarom het voor Heracles zo lastig was geweest om de juiste keuze te maken. Op het spel stond nu bovendien niet alleen maar een goed, deugdzaam en gelukkig leven, maar veel meer dan dat: de eeuwige roem die verbonden is aan het winnen van de Klassieke Olympiaden. De jury was — dat moge duidelijk zijn — zeer tevreden over de kwaliteit van de drie kandidaten. Uiteindelijk werd besloten om de eerste prijs toe te kennen aan Imme Laseur; de tweede prijs ging naar oud-winnares Lisanne Overduin, en de derde prijs naar Victorine Buiten. De hartelijke gelukwensen gaan uit naar deze drie getalenteerde en retorisch begaafde finalisten; en natuurlijk ook naar hun inspirerende docenten.