Op donderdag 30 januari verzamelden de deelnemers zich rond 14.00 uur in het gastvrije Christelijk Gymnasium Utrecht. Na een bemoedigend openingswoord van de rector Rosanne Bekker begaven de 96 opgekomen leerlingen zich naar de lokalen om zich daar te buigen over de opgaven. Ter voorbereiding waren de eerste dertien capita van het eerste boek van de Historiën van Herodotus gelezen. Hierin verhaalt Herodotus over de vroegste schermutselingen tussen Grieken en Aziaten: vrouwenroof over en weer. De eerste die volgens hem schuldig was aan onrecht jegens de Grieken was Kroisos die Griekse steden hun vrijheid ontnam en belastingplichtig maakte. Daarop vertelt Herodotus over de voorvaderen van Kroisos, in het bijzonder hoe zijn voorvader Gyges aan de macht was gekomen door Kandaules te vermoorden, waarbij de vrouw van Kandaules in volle glorie de hoofdrol speelde.
De voorgelegde vragen hadden betrekking op de capita 4 en 5, waarin Herodotus ingaat op de roof van Helena en de daaruit voortkomende Trojaanse oorlog, op verschillende versies van de roof van Io en het feit dat wat op een bepaald moment groot is, klein was en wat ooit groot was, vaak klein wordt.
Er werd gevraagd twee stukjes tekst te vertalen. In de praktijk bleek die vraag sterk onderscheidend. Er waren namelijk 30 van de 100 punten voor te behalen. Actieve kennis van de grammatica was nodig bij de vragen om woorden van enkel- naar meervoud om te zetten en andersom en ook om typisch Ionische woorden van een Attisch equivalent te voorzien. Kennis van de eigen taal speelde een rol bij de vraag om vijf woorden uit de tekst te noteren die in een Nederlands woord voortleven. Dat μεγάλως nogal eens mega opleverde, bracht de jury wel tot een glimlach, maar de combinatie σπουδή spoed kon geen genade vinden.
Natuurlijk waren er ook vragen van inhoudelijke aard, waarbij ook teruggegrepen werd op in andere capita vermelde gebeurtenissen. En natuurlijk de actualiseringsvraag over Herodotus' uitspraak dat van wat vroeger groot was, het meeste klein is geworden. Dit leverde veel aansprekende voorbeelden op: Van het CDA tot China, van de Economie tot de Kerk, van Dordrecht tot Amsterdam, van Justin Bieber tot de Free Record Shop en allerlei landen, zoals Nederland dat in de Gouden Eeuw zo groot was. Daarbij vroeg de jury zich wel af hoe actueel sommige voorbeelden eigenlijk zijn.
Wat de jury minder prettig vond was dat een aantal kandidaten wel was aangemeld voor de voorronde, maar zich daar niet op had voorbereid en dat ook ruiterlijk toegaf: "kijkt u dit maar niet na; ik moest hier naartoe". Deze kandidaten verdwenen dan ook snel om zich in de stad met voor hen aantrekkelijker zaken bezig te houden. Jammer. Wij hopen dat deze praktijk zich in volgende jaren niet herhaalt en dat de docenten erin slagen goed gemotiveerde leerlingen te laten deelnemen.
In de beraadslagingen van de jury zijn uiteindelijk elf werkstukken uitvoerig besproken. Hieruit zijn drie finalisten geselecteerd, in alfabetische volgorde: Thijs Blom van het Taborcollege Werenfridus in Hoorn, Cecile de Jong van het Adelbertcollege in Wassenaar (de winnares van 2013) en Lotte Meester van het Stedelijk Gymnasium in Leiden. Opmerkelijk is dat Lotte en Cecile ook hebben deelgenomen aan de Olympiade Latijn, waarbij Cecile de finale ook heeft gehaald en Lotte daarvoor net iets te kort kwam. De drie finalisten Grieks ontliepen elkaar weinig, scoorden alle drie rond de 80 van de 100 punten. Zij mochten deelnemen aan de finale op zaterdag 15 maart 2014 in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, waarbij een jury bestaande uit twee docenten Grieks van de Universiteit Leiden, de heren De Jonge en Koning hen gedurende een half uur ondervroegen over een andere passage uit het pensum Herodotus.
Drie finalisten, drie personages. De finale van de vertaalwedstrijd Grieks was een competitie tussen twee dames en een heer: Cecile de Jong, Lotte Meester en Thijs Blom. De tekst waarover zij ondervraagd werden ging over twee heren en een dame: Gyges, Kandaules en zijn vrouw. Herodotus' beroemde verhaal (1.8-13) is een spannende vertelling over macht, schoonheid, verliefdheid, overredingskracht en de onontkoombaarheid van het lot. Maar ook is het een programmatische sleutelpassage binnen de Historiën.
De Lydische koning Kandaules overreedt zijn dienaar Gyges om zijn vrouw te bekijken terwijl zij zich uitkleedt. De vrouw merkt echter dat zij wordt gezien, en stelt Gyges voor de keuze: ofwel Kandaules moet sterven, ofwel Gyges zelf. Wederom doet Gyges wat hem gezegd wordt. Hij doodt de koning en verwerft daarmee het koningschap van Lydië. Maar het orakel van Delphi voorspelt dat in het vijfde geslacht na Gyges vergelding (tisis) zal komen. Kroisos blijkt de nakomeling te zijn die moet boeten voor zijn voorvader Gyges, en het is nu juist Kroisos die volgens Herodotus het conflict tussen oost en west in gang zet. Hij onderwerpt de Grieken in Klein Azië en versterkt met zijn mislukte veldtocht tegen Kyros ongewild de macht van het Perzische Rijk. Als Kandaules’ vrouw Gyges niet had zien wegsluipen, dan zou de gehele westerse geschiedenis wellicht anders gelopen zijn...
Herodotus' tekst roept allerlei vragen op. Wie is eigenlijk de hoofdpersoon? Waarom kunnen we dit verhaal als een kleine tragedie beschouwen? Welk personage heeft zijn emoties het best onder controle? Waarom benadrukt Herodotus steeds dat Gyges geen keuze had? En lijkt Gyges op zijn nakomeling Kroisos? Dergelijke vragen stonden centraal in de boeiende gesprekken die de jury met de drie finalisten mocht voeren. Herodotus vermeldt (1.12) dat de dichter Archilochos van Paros Gyges in zijn jambische trimeters noemt. De jury verraste de finalisten door dit korte gedicht te voorschijn te toveren. In de vertaling van Paul Claes luidt het gedicht als volgt:
Ik geef niet om het rijk van Gyges met zijn goud,
ik heb nooit last gehad van afgunst, ik benijd
geen goddelijk geluk en wil geen grote macht.
Dat alles ligt ver buiten mijn belangstelling...
Deze versregels demonstreren hoe de koningen van Lydië in de Griekse wereld werden gezien. Archilochus' pleidooi voor gematigdheid (volgens Aristoteles uitgesproken door de timmerman Charon) kunnen we goed in verband brengen met Herodotus' visie op het oosten, en in het bijzonder met de bekende dialoog tussen Solon en Kroisos (1.29-33).
Over dergelijke zaken sprak de jury met de drie finalisten, die allemaal goed voorbereid bleken te zijn. De jury was onder de indruk van het hoge niveau. De derde prijs was voor Thijs Blom van het Taborcollege Werenfridus in Hoorn. Hij bleek een zorgvuldige lezer te zijn, die rustig vertaalde en weloverwogen antwoorden formuleerde. Zo nam hij ook de tijd om na te denken over de vraag wie nu eigenlijk de hoofdpersoon van het verhaal was; een vraag die de twee vrouwelijke kandidaten minder moeilijk te beantwoorden vonden... De tweede prijs ging naar Lotte Meester, leerling van het Stedelijk Gymnasium in Leiden. Zij had zich niet alleen bijzonder goed verdiept in de te lezen tekst, maar ook in de historische en literaire context van het verhaal. Zo presenteerde Lotte interessante ideeën over de tragische aspecten van het Gyges en Kandaules-verhaal. Cecile de Jong, leerling van het Adelbert College in Wassenaar, sleepte de eerste prijs in de wacht. Dankzij haar indrukwekkende beheersing van de Griekse vormleer en stamtijden was zij in staat de voorgelegde tekst zorgvuldig te interpreteren. De ongeziene verzen van Archilochus, die de jury uit de hoge hoed toverde, werden door Cecile met verve vertaald, uitgelegd en in verband gebracht met Herodotus' filosofie. Met haar enthousiasme overrompelde ze de jury, die haar dan ook met veel genoegen de eerste prijs uitreikte.